De wateren van de Zuidelijke Randmeren zijn op 6 maart verrijkt met 2.500.000 jonge baby palinkjes. Het watergebied van Elburg tot aan Muiderberg zit daarmee tot de biologe draagkracht gevuld. Je zou kunnen zeggen dat de Randmeren tot de rand gevuld zijn met paling. Visserijbedrijven Peter Jansen en Jan Foppen uit Harderwijk en Gerard Heimensen uit Putten stelden hun schepen beschikbaar om de herbevolking mogelijk te maken. Herbevolking is noodzakelijk omdat onze kusten volledig zijn afgesloten. Tot paling zelfstandig onze wateren in en uit kan zwemmen zal menselijke hulp pure noodzaak zijn om paling te helpen het zoete water te bereiken. De herbevolking vindt niet plaats om de visserij te bevorderen maar om de hoeveelheid naar zee terugkerende volwassen palingen te verhogen. Onderzoek wijst uit dat de laatste jaren die naar de geboorteplek terugkerende volwassen dieren in aantal rap toenemen.
Glasaal dankt zijn naam aan zijn doorschijnendheid als waren zij gemaakt van glas. Duidelijk zichtbaar zijn het hart , de bloedbaan naar de staart en de oogjes. De rest van het beestje is geheel doorschijnend. Glasalen (of glasaaltjes) komen via de golfstroom vanuit de Sargassozee (waar ook de Bermudadriehoek ligt) naar de Europesekust in ongeveer 1 jaar. Een glasaal weegt dan ongeveer 0,3 gram, is zo dik als een vulling van een pen en is ca. 7 cm lang. Dat glasaaltjes klein zijn en hun naam eer aandoen laat deze foto duidelijk zien. Palingen worden op de oceaan geboren en komen naar zoetwater om daar tot wasdom te komen. Na verloop van tijd trekken de volwassen palingen weer terug naar de oceaan om zich voort te planten.
Waarom wordt er jonge paling uitgezet? Palingen worden geboren in de oceaan. De jongen (glasaaltjes) kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen, om zoetwater te bereiken waar ze op willen groeien. Daardoor heeft de palingstand in het verleden veel schade opgelopen. In heel Europa geldt sinds 2009 de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan. De glasaaltjes zijn afkomstig van de Franse kust, meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). De herbevolking levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal zich ophopen, zoals bij de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel van die glasaaltjes sterven. De glasaal wordt daarom opgevangen en vervolgens uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden terugzwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen. |
Glasalen worden in Baskenland (Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje) gegeten als delicatesse de Anguilla fritta. Tegenwoordig is dat vaak een Surimiproduct dat men maakt van witvis als blauwe wijting.
Meer over paling kunt u HIER vinden.
Projectpartners
Dit herbevolkingsproject wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV. Voor de aankoop van de glasaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij. Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund® en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen. DUPAN beheert het Eel Stewardship Fund® voor Nederland. Naast het herbevolken van Nederlandse wateren met jonge paling, investeert de stichting vanuit dit fonds in het over de dijk helpen van volwassen palingen naar zee en in gericht wetenschappelijk onderzoek.