Ontvelde en gehalveerde abrikozen, met gebroken abrikozen-pitten gepocheerd in vanille-siroop en afgemaakt met kirsch of noten-likeur. Gegarneerd met gebroken abrikozenpitten en genappeerd met siroop.
Zoekresultaten voor: ABRICOTS
BEIGNETS D’ABRICOTS (abrikozenbeignets).
Halve verse abrikozen bestrooid met suiker en gedrenkt in cognac, Kirschwasser of rum. Gedoopt in beslag en in hete frituur gebakken. Gerangschikt op b akplaat, bestrooid met fijne suiker en geglaceerd onder de s alamander. Variaties (stevig fruit): appels, peren, ananas, bananen, perziken.
BANANES CONDÉ (Condé bananen). > Abricots Condé.
ABRICOTS SULTANE (abrikozen sultane).
Een gerecht in een bolvorm, met banketbakkersroom, rijst en pistachenootjes, rondom bezet met lange vingers en in vanillesiroop gepocheerde abrikozen. Opgespoten met rauw schuim, onder de salamander gekleurd en bestrooid met geschaafde pistachenootjes. Geserveerd met amandelsaus en honing.
ABRICOTS GRATINÉS (gegratineerde abrikozen).
Plak amandelbeslag besprenkeld met abrikozen- of amandellikeur en belegd met in vanillesiroop gepocheerde gehalveerde abrikozen. Afgedekt met banketbakkersroom en vermengd met amandelspijs, bestrooid met gebroken bitterkoekjes en fijngehakte amandelnougat. Onder de salamander licht gekleurd. Geserveerd met abrikozensaus.
ABRICOTS CUSSY (abrikozen Cussy).
Plak amandelbeslag, belegd met een salade van vruchten gebonden in abrikozenmoes, met daarop een halve abrikoos. Opgespoten met Italiaans schuim en verwarmd in de oven zonder te kleuren. Gegarneerd met abrikozen en bitterkoekjes en geserveerd met abrikozensaus.
ABRICOTS CONDÉ (abrikozen Condé).
In Kirschwasser gemarineerde ingemaakte vruchten in rijstrand. Opgevuld met gepocheerde abrikozen, gegarneerd met diverse gekonfijte vruchten. Geserveerd met abrikozensaus.
ABRICOTS COLBERT (abrikozen Colbert).
Verse abrikozen gehalveerd en gepocheerd in vanillesuikersiroop, gevuld met rijstebrij en gekonfijte fijngesneden vruchten. Vervolgens tegen elkaar vastgezet en door eiwit gehaald, gepaneerd met wit broodkruim en in de frituur bruingebakken. Bestrooid met poedersuiker en iets kaneel en warm opgediend met warme abrikozensaus.
ABRICOTS BOURDALOUE (abrikozen Bourdaloue).
Laag amandelbeslag gedrenkt in een amandellikeur of abrikozenlikeur, bedekt met een laag griesmeelpudding met gepocheerde halve abrikozen en gebroken stukjes bitterkoekjes. Hierover een tweede laag griesmeelpudding met fijngehakte bitterkoekjes, besprenkeld met geklaarde boter. Gekleurd in de oven en geserveerd met warme abrikozensaus.
POMMES CONDÉ (Condé appelen).
Appelpartjes gepocheerd in vanillesiroop. > Abricots Condé.
POMMES BOURDALOUE (appelen Bourdaloue).
Appelpartjes gaar gepocheerd in vanillesuikersiroop. > Abricots Bourdaloue.
POIRES CONDÉ (peren Condé).
In vanillesiroop gepocheerde peren, verwerken als Abricots Condé.
