Onder loofbomen, van de vroege zomer tot de late herfst. Doorsnee hoed 4-10 cm, vuilbruin met een rode tint onder de gebarsten hoedhuid. Steel 4-8 cm, met herkenbare rode tint. Sporee lichtbruin; vlees crèmekleurig.
Zoekresultaten voor: boleet
BOLEET, ORANJE BERKEN- (Leccinum versipelle).
Bij berkenbomen, van midden zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 5-25 cm, oranje van kleur en met een donzig voorkomen dat later glad of geschubd wordt. Steel tot 20 cm, wit of grijs van kleur en voorzien van bruine tot zwarte schubben. Jonge stelen verkleuren bij het doorsnijden tot kobaltblauw. Het vlees van de hoed […]
BOLEET, KASTANJE- (Boletus badius).
Gemengd bos, van de vroege zomer tot de late herfst. Doorsnee hoed 4-18 cm, bleek tot kastanjebruin van kleur. Steel 4-13 cm en lichter van kleur dan de hoed. Het vlees is wit en heeft een zwakke paddes toelengeur.
BOLEET, GEWONE BERKEN- (Leccinum scabrum).
Onder berkenbomen, van de zomer tot de late herfst. Doorsnee hoed 5-12 cm, kleur licht tot middelmatig bruin. Steel 7-20 cm, wit, met bruin tot zwart gespikkelde schubben. Poriën bruin, sporee eveneens. Vlees is wit en geurt vrij aangenaam.
BOLEET, FIJNSCHUBBIGE (Suillus variegatus).
Bij dennen; van late zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 5-12 cm, bolvormig, roestbruin van kleur. Steel 5-9 cm. Roestbruine porien; wit vlees; lichtbruine sporee.
BOLEET, BRUINE RING- (Suillus luteus).
Bij naaldbomen; late zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 5-15 cm, glanzend kastanjebruin van kleur. Steel 5-10 cm, bleekgeel met een duidelijke ring. Poriën eveneens bleekgeel, vlees wit, sporee lichtbruin.