Houd het wijnglas vast bij de steel, vlak onder de kelk. De vingers mogen iets om de buitenkant van het glas liggen. Is de wijn te koud geserveerd, dan kan de kelk – indien men hem wil opwarmen – wat royaler omklemd worden.
WIJNGLAS WEG
Zodra de volgende wijn wordt ingeschonken, dient de voorgaande wijn te blijven staan, ook al zit het glas nog half vol.
WIJNGLAZEN EN VORMEN
Wijnglazen zijn er in een grote verscheidenheid aan vormen. Het glas voor rode wijn is meestal bol, zodat het bouquet niet verloren gaat. Het glas voor witte wijn heeft een brede uitloop, waardoor de fruitigheid beter tot zijn recht komt
WIJNGLAZEN VULLEN
Schenk wijnglazen nooit te vol, want dan kan de wijn zijn bouquet niet kwijt.
WIJNGROC
Een mix van rode wijn, heet water, suiker en een flink stuk citroen waarin een kruidnagel is gestoken. Serveren in een Bordeauxglas.
WIJNKOELER
Houder voor het koelen van wijn. In diverse uitvoeringen verkrijgbaar, ook voor meerdere flessen.
WIJNMANDJE
Mandje voor het transporteren en serveren van wijn.
WIJNTERMINOLOGIE
Het getuigt van goede tafelmanieren op de hoogte te zijn van de wijnterminologie. Bouquet staat voor geur, robe voor kleur. En als de wijn een dun, olieachtig laagje op het glas achterlaat, spreken we over een wijn die traant.
WIJNVOLGORDE
Als er verschillende wijnen op tafel komen, zal er een bepaalde volgorde in acht genomen moeten worden. Eenvoudige wijnen gaan voor gecompliceerde, lichte voor zware, droge voor de zoete en witte voor rode. Die laatste regel wordt doorbroken als er sprake is van een nietdroge dessertwijn.
ZALMPLANK
Plank voor het trancheren van gerookte vissoorten.
ZELFBEDIENING
Bij dit systeem kiest de gast uit vitrines en van balies zelf de gerechten en dranken en rekent die bij de kassa af.
ZESTE
Zie: Zesteur