Om oploskoffie te maken wordt van versgemalen bonen hete geurige koffie gezet en tot een extract (= zeer sterke oplossing) verwerkt. Dit extract kan op twee manieren tot oploskoffie worden verwerkt: drogen met warme lucht, waardoor vaste koffiedeeltjes als poeder overblijven, en door middel van de vriesdroogmethode. Het vloeibare extract wordt hierbij zeer snel zeer […]
Glossarium Koffie
Ons woord ‘koffie’ komt van de Latijnse naam voor het plantengeslacht Coffea. Dat hoort tot de familie der Rubiaceae, die ruim honderd geslachten en zesduizend soorten omvat; de meeste zijn tropische bomen en struiken. Alle Coffea-soorten zijn houtig, maar variëren van kleine struiken tot bomen van meer dan 10 m hoog. Voor de koffiedrinker zijn er binnen het geslacht twee belangrijke en twee wat minder belangrijke soorten. C. arabica produceert de arabicaboon: leverancier van een kwaliteitskoffie die als enige puur (dus niet in een melange) wordt gedronken.
Van C. robusta komt de robustaboon, die vaak in melanges wordt verwerkt. De twee minder belangrijke soorten zijn C. liberica en C. excelsa, die respectievelijk liberica- en excelsabonen leveren. Arabicakoffie wordt vooral verbouwd in Brazilië en Colombia. Het is een grote struik met donkergroene, ovale bladeren. Ook de bessen zijn ovaal en bevatten twee afgeplatte zaden. Robustakoffie komt van een forse struik, of kleine boom, die ruim 10 m hoog kan worden.
De bessen zijn rond; de zaden ovaal en iets kleiner dan die van de arabica. De robustaplant wordt verbouwd in West- en Midden-Afrik a, Zuidoost-Azië en ook wel Brazilië. Libericabomen zijn sterk en worden tot 18 m hoog. Ze hebben grote, leerachtige bladeren; ook de bessen en bonen zijn fors. Libericakoffie wordt verbouwd in Maleisië en West-Afrika. Tegenwoordig bestaat ongeveer 70 procent van de wereldproductie uit arabicakoffie. Het aandeel van robustakoffie wordt echter steeds groter, voornamelijk door de betere oogsten
PANAMA
Bijna alle kwaliteitsbonen van de Panamese koffieoogst gaan naar Frankrijk en Finland. Ze hebben karakter en een goede smaak.
PAPUA NIEUW-GUINEA
De koffie in dit land wordt biologisch verbouwd op kleine boerenbedrijven. Het product is interessant maar niet constant van kwaliteit. De topbonen zijn AA, A en AB; ze zijn krachtig en rijk, hebben veel body en zijn heel geschikt voor melanges.
PARELBOON
Soms zit in een koffiebes maar één boon, de ‘parelboon’.
PELMACHINE
Machine die hoornschil en zilvervlies van de koffieboon verwijdert.
PENWORTEL
Hoofdwortel van de koffieplant; kan tot 5 m diep de grond ingroeien.
PERCOLATOR
In 1872 uitgevonden koffiezetapparaat. Verspreidt een heerlijke geur onder het gezellige geluid van pruttelende koffie.
PERU
Produceert goede en evenwichtige koffie voor melanges. De beste zijn Chanchamayo, Cuzco, Norte en Puno. Wordt in Duitsland verwerkt in melanges en gaat vervolgens naar Japan en de VS.
PUERTO RICO
Produceert mildsmakende zwarte koffie met een fijn aroma. Tot de beste ter wereld behoren Yauco Selecto, Grand Lares en Lares.
PULPER
Machine die de buitenste schil met het vruchtvlees kraakt en verwijdert, zodat de koffiebonen vrij komen van het vruchtvlees. Zie ook ‘Natte methode’
QUAWA
Spreek uit: Kawè. Arabisch woord voor koffie; letterlijke betekenis: ‘de opwindende’.
ROBUSTA
Koffie van C. robusta. De kwaliteit is minder dan die van de arabica, maar de opbrengst is hoger.