Krokante nootachtige vrucht die als groente wordt gebruikt.
Oosterse keuken
De Oosterse keuken is zéér gevarieerd en verdeeld naar geografische ligging en klimaat. Ook cultuur en religie bepalen mede de samenstelling van de voeding in Verre Oosten. Als basisingrediënten gebruikt de Oosterse keuken vis, schaal- en schelpdieren, gevogelte, vlees en wild, waarvan alle delen gebruikt en verwerkt worden. Verder vormen groenten een groot deel van de maaltijd, aangevuld en op smaak gebracht met een keur aan verse kruiden en al dan niet gemengde specerijen. Deze hebben niet alleen een smaakfunctie maar ook een conserverende werking. De benodigde eiwitten in de voeding zijn afkomstig uit het assortiment vis , schaal- en schelpdieren, gevogelte, vlees en wild en eieren; de koolhydraten voornamelijk uit graanproducten, waaronder vooral rijst.
WATERSPINAZIE (own-choi).
Knapperige moerasgroente met holle steel.
WINTERMELOEN (dong-kwa).
Ronde, groene en komkommerachtige meloen in verschillende groottes.
WOLKENOREN
Gedroogde zwarte Chinese paddestoelen. Gebruikt in soepen, salades en stoofschotels.
WONTONVELLEN (wanton-pei).
Dunne vellen deegwaar, veel gebruikt bij het bereiden van dim sum.
WOON-SEN
Cellofaannoedels.
YAKI
Gegrild
YAKIMONO
Gegrilde gerechten.
YAKITORI
Gegrilde kip.
YAMAME
Yamame: Forel
YUNANHAM (wan-nam-fou-tui).
Rauwe ham van topkwaliteit uit de provincie Yunan; lijkt enigszins op Parma-ham.
YUNOMI
Grote theekop.