Fasjong zijn van oorsprong Chinese worstjes, maar hebben ook populariteit in Suriname verworven. Ze zijn verkrijgbaar in de toko’s.
De Surinaamse keuken dankt haar rijkdom aan een mengelmoes van culturen. De bevolking bestaat uit verschillende etnische groepen zoals Chinezen, Creolen, Hindoestanen, indianen en Javanen. Fransen en Nederlanders hebben het land ingepalmd en ook zij hebben hun stempel op de keuken gedrukt. De Hindoestanen brachten kerriegerechten mee, de Javanen hun Indonesische gerechten, de Chinezen hun rijstschotels en de Nederlanders hun rijsttafels. Rijst en bonen zijn meestal een vast onderdeel van de maaltijd. Maar daarnaast worden, naar Hollandse gewoonte, ook aardappelen geserveerd. Op tafel staan vlees en vis, meestal een stoof- of ovenschotel, twee soorten groenten, gekookte banaan en een salade. Als dessert wordt vers fruit geserveerd of een zoetigheid. Surinamers zijn dol op eenpansgerechten waarin vis en vlees worden gecombineerd. Een typische bereiding is moksie alesie, een soort Surinaamse paella waarin varkensvlees, spek, garnalen en makreel samen gaan met kool, rijst en kokosnoot.
Kip Paramaribo is een suddergerechtje van kip met onder meer ketjap, tomaten, gember en de geurige Surinaamse peper Madame Jeanette. Kip is eveneens onderdeel van pom, een ovenschotel met tajer, een wortelknol, die in de pot gaat samen met pekelvlees, tomaten, selderij, paprika, sinaasappelsap, azijn, suiker, ketjap en knoflook. Pastei van kip is een bereiding van kip in korstdeeg met onder meer wortelen, selderij, paprika, tomaten, doperwtjes, kappertjes en augurkjes. Tomtom is een puree van broodvruchten of bakbananen die in of bij de soep wordt gegeten. In Surinaamse gerechten wordt gebruikgemaakt van verschillende soorten pepers, kruiden en specerijen. De bekendste pepers zijn de Madame Jeanette, de geurigste van alle pepers die je in Suriname vindt, en de hete ajoema.
Veelgebruikte smaakmakers zijn gemberwortel, gemalen koriander (dhania), gemalen komijn (djinten), sterk smakende kemirienoten, zoute ketjap, pittige sambal oelek, laurier, piment, nootmuskaat, peper, geelwortel (koenjit), oestersaus, knoflook, zoutvlees, gedroogde vis en gedroogde garnalen. De maaltijd wordt overwegend besloten met verse vruchten, maar er zijn ook typische desserts zoals Engelse bol, een taart gemaakt van eibeslag met vanille, rum of brandewijn en citroenschilletjes, eventueel versierd met vruchten, hagelslag, slagroom en mokka. Of dokoen, een mengsel van geraspte cassave, gedroogde kokos, rozijnen, amandelessence, suiker, gecondenseerde melk en kaneel dat wordt gestoomd in bananenbladeren. Ook klassieke Hollandse vanillevla vind je onder een hoofdstuk Surinaamse desserts.
FLADDER
Fladder is een gerecht uit de Creoolse keuken. Het wordt gemaakt van runderpens die gekookt is in een groentenbouillon. Deze bouillon bevat onder andere de Madame Jeanette peper. Mede hierdoor is het vlees erg kruidig. De fladder wordt in dunne repen gesneden en op straat verkocht samen met warme worsten.
GÉRIPESIE
Géripesie zijn gele spliterwten.
GRITIBANASOEP
Gritibanasoep is een populaire soep uit de Creoolse keuken in Suriname. De soep bevat zoutvlees en eventueel wat gedroogde vis of gedroogde garnalen. Tijdens de bereiding maakt men balletjes van groene banaan en cassave. Deze balletjes worden meegekookt in de soep en geven ook nog wat extra smaak af.
JANGAN BENING
Jangan bening is een groentesoep. Het gerecht is van oorsprong Javaans, maar is erg populair geworden in Suriname. Op het eerste oog lijkt jangan bening een eenvoudige soep. Hoewel er niet veel ingrediënten zijn, is de verhouding tussen al die ingrediënten heel belangrijk. Men moet de ingrediënten zó samenstellen dat de balans tussen zoet en […]
KAISOI
Kaisoi is een bladgroente met lange dunne steeltjes.
KANKOENG DAGOEBLAD, WATERSPINAZIE (Ipomoea aquatica).
Bladgroente met langwerpige, vrij smalle bladeren en holle, sappige en nagenoeg rolronde stengels. Het zgn. ‘Chinese type’ heeft lange, dunne stengels met lancetvormige bladeren. Oorsprong: Vermoedelijk Oost-Azië.
KENTJOER
Kentjoer is de wortelstok van de Kampferie galanga. De wortel heeft een sterk overheersende smaak, daarom wordt het alleen in combinatie met andere kruiden in kleine hoeveelheden aan bepaalde gerechten toegevoegd. Kentjoer is onmisbaar in Petjel, waardoor het gerecht zich onderscheidt van gado gado.
KETJAP
De basis van ketjap bestaat uit sojabonen. De toegevoegde kruiden bepalen de smaak van de diverse soorten. Ketjap kan zeer zoet (seding), minder zoet (manis) en zout (asin) zijn. Ketjap manis wordt het meest gebruikt. Ketjap is de Indonesische variant van sojasaus. Voor meer informatie over sojasaus kunt u op deze link klikken.
KETOEMBAR
Ketoembar is het Surinaamse woord voor koriander.
KLAROEN
Klaroen is een bladgroente die veel weg heeft van bitawirie (spinazie).
KOUSENBAND (Vigna unguiculata, ssp. sesquipedalis).
KOUSENBAND (Vigna unguiculata, ssp. sesquipedalis). Zeer lange, veterachtige, grijsgroene peulen die in een warm klimaat meer dan een meter lang kunnen worden. Oorsprong: West-Afrika. KOUSENBAND (Vigna unguiculata, ssp. sesquipedalis). Zeer lange, veterachtige, grijsgroene peulen die in een warm klimaat meer dan een meter lang kunnen worden. Oorsprong: West-Afrika.
