Champignons, in boter gestoofd met fijngesneden ui en room.
CHAMPIGNONS À LA PÉRIGOURDINE (champignons à la périgourdine).
Champignons, in olie gesauteerd met fijngehakte sjalotten en broodkruim, bestrooid met gehakte truffel en afgemaakt met citroensap en gehakte peterselie.
CHAMPIGNONS À LA PROVENÇALE (champignons à la provençale).
Champignons, in boter gesauteerd met fijngehakte knoflook, sjalotten en tijm.
CHAMPIGNONS AU GRATIN (gegratineerde champignons).
Champignons, in boter gestoofd met fijngesneden ui en room, in vuurvaste schotel gedaan, bestrooid met geraspte parmezaanse kaas, besprenkeld met boter en gegratineerd.
CHAMPIGNONS AU TOURNÉS OU CANNELÉS (geschilde of gekartelde champignons voor garnituren).
Gekartelde of geschilde champignons, in water met boter en citroensap gekookt.
CHAMPIGNONS AUX FINES HERBES (champignons met gehakte tuinkruiden).
Champignons, in boter gesauteerd, vermengd met gehakte tuinkruiden.
CHAMPIGNONS EN PURÉE (champignonpuree).
Puree van champignons, in boter aangezet en ingedampt met sauce béchamel en room.
CHAMPIGNONS EN TARTELETTES (champignons op tartelettes).
Champignons à la crème, geserveerd in bakjes van bladerdeeg.
CHAMPIGNONS FARCIS (gevulde champignons).
Grote champignonhoedjes, gevuld met duxelles, bestrooid met geraspte Parmezaanse kaas, besprenkeld met boter en gegratineerd.
CHAMPIGNONS GRILLÉES (gegrilleerde champignons).
Champignons, gegrilleerd met zachte beurre maître d’hôtel.
CHAMPIGNONS GRILLÉES À LA BOURGUIGNONNE (geroosterde champignons à la bourguignonne).
Champignons, gegrilleerd met zachte beurre d’escargots.
CHAMPIGNONS SAUTÉS (gesauteerde champignons).
Champignons, in boter of olie gesauteerd, bestrooid met fijngehakte tuinkruiden.