Platronde of ovale vrucht, 3 tot 8 cm lang en met een dunne, bruine schil die wel iets lijkt op die van een aardappel. De Zuidoost Aziatische variëteit is donker oranje van kleur. Het vruchtvlees lijkt op dat van de appel. Het is lichtbruin, soms roodachtig van tint en bevat meestal 3 tot 12 zwarte, […]
Fruit
Nog steeds ‘verdwijnen’ er bepaalde fruitsoorten en komen er nieuwe rassen of kruisingsproducten bij. De zogenoemde veredeling, eigenlijk een manipulatie van de natuur, werd al vóór onze jaartelling toegepast. De huidige wetenschap kan zorgen voor een nog hogere opbrengst, een nog grotere resistentie tegen ziekten en een nog gemakkelijker oogstbaarheid. De kunst is om dit niet gepaard te laten gaan met een minder fraai uiterlijk, minder smaak en een korte houdbaarheid. Andere vervoersmogelijkheden en verbeterde koeltechnieken zorgen ervoor dat bepaalde vruchten het gehele jaar door verkrijgbaar zijn, ook buiten het natuurlijke oogstseizoen. Soms wordt de bloei- en vruchtvorming kunstmatig uitgesteld, een van de redenen waarom ook de aardbei tegenwoordig in elk seizoen verkrijgbaar is. Hieronder volgt een lange lijst eetbare vruchten, gewone en exotische.
SAWO
> Sapodilla
SHADONG, SHANDONG (Pyrus ussuriensis).
De uit China afkomstige Shadong is zeer nauw verwant aan de Nashi. De duidelijk peervormige vruchten hebben een zeer lange steel en zijn geelgroen tot geel van kleur. De oogst vindt plaats in NoordChina in april en mei. Door langdurige bewaarmogelijkheden (tot 8 maanden) vindt aanvoer plaats tot januari. Rassen: ‘Tsuli’ en ‘Yali’. Overige gegevens: […]
SINAASAPPEL (Citrus sinensis).
Ronde of hoogronde tot 15 cm grote vrucht, met een in dikte variërende, leerachtige schil die veel olie bevat. De kleur is, afhankelijk van ras en type, groen, groengeel, oranje en zelfs rood (bloedsinaasappels) van kleur. Sommige typen (navels) hebben onder de schil een op een vrucht lijkende vergroeiing. Sommige rassen hebben nog pitten, andere […]
SLEEPRUIM (Prunus spinosa).
Diepblauwe, bittere vruchten, 1 tot 2 cm in doorsnee, met een verhoudingsgewijs grote steen. Komt ook in WestEuropa in het wild voor. Oorsprong: Midden-Europa, Azië.
STERVRUCHT
> Carambola.
SUIKERAPPEL (Annona squamosa).
Groene, hartvormige vrucht, ongeveer 10 cm lang en door de duidelijk aanwezige schubben wel wat gelijkend op een gesloten denneappel. Bij volledige rijpheid barst ze langs de schubben open. Het vruchtvlees is crèmegeel van kleur en heeft een uitgesproken zoete smaak. Oorsprong: Peru, Ecuador.
SURINAAMSE KERS
> Pitanga.
TAMARINDE (Tamarindus indica).
Roestbruine peulen, 5 tot 20 cm lang, met een dunne, brosse vruchtwand die gemakkelijk openbreekt. De peul is verdeeld in een aantal afdelingen (soms wel 10); in elk ervan bevindt zich een zaad. De zaden liggen ingebed in een droog, bruinachtig vruchtmerg dat zeer zuur is; het bevat soms wel 16% organische zuren (o.a. wijnsteenzuur). […]
TINDOLA, PAPASAN (Coccinia cordifolia).
Een klein vruchtje met een gladde schil, 3 tot 6 cm lang en tijdens het rijpingsproces verkleurend van groen via oranje naar diep rood. Oorsprong: Zuidoost-Azië.
TJAMPÊDAK (Artocarpus integer, syn. A. champeden).
Vrucht qua vorm vergelijkbaar met de nangka, maar veel kleiner (10-15 cm) en donkerder van kleur, zeker wat het vruchtvlees betreft. De smaak van dit vruchtvlees is uitgesproken zoet en zeer aromatisch. De zeer talrijke pitten zijn rond en donkerbruin van kleur. De op zich niet-onaangename geur wordt bij volledige rijpheid wel wat penetrant. Oorsprong: […]
TOMAAT, KANNIBAAL-
> Kannibaalt omaat.
