> Banaan, bak-.
Fruit
Nog steeds ‘verdwijnen’ er bepaalde fruitsoorten en komen er nieuwe rassen of kruisingsproducten bij. De zogenoemde veredeling, eigenlijk een manipulatie van de natuur, werd al vóór onze jaartelling toegepast. De huidige wetenschap kan zorgen voor een nog hogere opbrengst, een nog grotere resistentie tegen ziekten en een nog gemakkelijker oogstbaarheid. De kunst is om dit niet gepaard te laten gaan met een minder fraai uiterlijk, minder smaak en een korte houdbaarheid. Andere vervoersmogelijkheden en verbeterde koeltechnieken zorgen ervoor dat bepaalde vruchten het gehele jaar door verkrijgbaar zijn, ook buiten het natuurlijke oogstseizoen. Soms wordt de bloei- en vruchtvorming kunstmatig uitgesteld, een van de redenen waarom ook de aardbei tegenwoordig in elk seizoen verkrijgbaar is. Hieronder volgt een lange lijst eetbare vruchten, gewone en exotische.
BANAAN, APPEL- (Musa cv.).
Kleine, gedrongen banaan, 8 tot 10 cm lang, en meestal in kammetjes (of delen ervan) te koop. De schil is zeer dun en kan, als ze nog groen is, in korte tijd tot goudgeel verkleuren. De smaak van het vruchtvlees is friszoet en doet wel wat denken aan die van een appel. Oorsprong: Zuidoost-Azië.
BANAAN, BAK- (Musa cv.).
Bakbanaan, groene of groengele vruchten met doorgaans veel bruine vlekken, vaak 30 tot 40 cm lang en dikwijls minder krom dan vele dessertbananen. Bakbananen zitten meestal niet meer in kammen aan elkaar vast. De harde schil is veel moeilijker te verwijderen dan die van de dessertbananen; het vruchtvlees is zeer melig en kan niet rauw […]
BANAAN, DESSERT- (Musa cv.).
Gele of geelgroene, vrijwel altijd enigszins gebogen vruchten, die vaak nog geheel of gedeeltelijk in‘handen’ of ‘kammen’ aan elkaar vastzitten. Ze variëren in lengte van 15 tot soms wel 30 cm, lopen aan de uiteinden enigszins spits toe en hebben nagenoeg altijd vier meer of minder duidelijke hoeken in de lengterichting. Het enigszins melige vruchtvlees […]
BANAAN, RIJST- (Musa cv.).
Kleine, niet-hoekige vruchten, 6 tot 8 cm lang, geel van kleur en met zeer zoet en licht verteerbaar vruchtvlees. Oorsprong: Zuidoost-Azië.
BANAAN, RODE (Musa cv.).
De vruchten (er zijn verschillende variëteiten) vallen vooral op door hun groenrode tot rode kleur en het roze of crèmekleurige vruchtvlees. Oorsprong: Zuidoost-Azië.
BAUNO (Mangifera caesia, syn. M. verticillata).
De bauno is een naaste verwant van de mango; de vruchten van deze boom lijken dan ook veel op (kleine) mango’s. Ze zijn erg vezelig, maar het oranjegele vruchtvlees is zeer zacht en aromatisch. Het heeft een prettige, lichtzure smaak, die enigszins doet denken aan die van abrikozen. Oorsprong: Filippijnen.
BELINDJE
> Melindjoe.
BERGAMOTCITROEN (Citrus bergamia).
Vrucht met het uiterlijk van een kleine, ronde, groengele citroen, een zeer olierijke schil en oneetbaar, zeer zuur vruchtvlees. Oorsprong: Waarschijnlijk Italië.
BES
> Blauwe bes; rijsbes.
BES, BOYSEN
– > Boysenbes.
BES, LOGAN
– >Loganbes.