Grote, langwerpig-eironde of bolvormige, donkergroene vruchten met een kalkwitte waslaag. Het vruchtvlees is zuiver wit en sappig; in het centrum wordt het snel sponzig. Voor consumptie worden halfrijpe vruchten gebruikt. In Nederland, waar het zaad van de waskalebas wordt gebruikt voor de opkweek van (tegen bodemziekten resistente) onderstammen waarop de voor ziekten kwetsbare meloen wordt […]
Groenten
Veel groenten zijn oorspronkelijk afkomstig uit andere werelddelen. Duizenden jaren geleden kenden de farao’s al zoiets als groenten teelt. Maar wat is groente eigenlijk? En wanneer behoort iets tot groente en wanneer tot fruit? De definitie is moeilijk en wordt hieronder dan ook niet gegeven. Uiteraard gaat het altijd om planten of plantendelen die geschikt zijn voor consumptie. En met een beetje geluk zijn ze niet alleen smakelijk, maar bevatten ze ook nog eens vitaminen en mineralen. Het assortiment is in de loop der jaren uitgebreid… en verbeterd. Hoewel: over smaak valt niet te twisten. De technologie maakt het mogelijk dat witlof geen wintergroente meer is, maar het gehele jaar door verkrijgbaar is. De beheersing van temperatuur, licht, luchtvochtigheid, bemesting en ziektebestrijding zorgt ervoor dat het assortiment aan groenten zich nog steeds uitbreidt. Er worden nog steeds veel tropische producten geïmporteerd, maar door de steeds grotere belangstelling worden deze producten nu ook in Europa geteeld. In dit deel een opsomming van de meest voorkomende soorten en rassen.
WASPEEN (Daucus carota).
Op de keper beschouwd is waspeen hetzelfde gewas als bospeen. Het verschil is slechts, dat waspeen zonder loof en gewassen aan de markt komt. Alle gegevens zijn daarom gelijk aan die van bospeen.
WATERKASTANJE (Eleocharis dulcis).
Plantronde, knolvormige wortelstokken, bruin tot donkerbruin van kleur en met een geelwit binnenste. Ze zijn krokant en zoet van smaak. Oorsprong: West-Afrika.
WATERKERS (Nasturtium officinale).
WATERSPINAZIE,
> kankoeng dagoeblad.
WINTERKERS
> Barbarakruid
WINTERPEEN (Daucus carota).
Grote, roodoranje, vlezige wortels, waarvan de pit of kern doorgaans iets lichter van kleur is dan de schors. De kleur van de wortel is afhankelijk van erfelijke aanleg en groei-omstandigheden; in droge, warme zomers is ze beter (=dieper) dan in koele, natte zomers. Een goede, rode kleur gaat meestal samen met een hoog caroteengehalte. Er […]
WINTERPOSTELEIN
> Postelein, winter.
WINTERSPINAZIE, ENGELSE (Rumex patientia).
Vrij dunne, langwerpige groene bladeren, tamelijk stug en enigszins wrang van smaak. Niet geschikt voor rauwe consumptie. Oorsprong: Zuidoost-Europa
WITLOF, WITLOOF, BRUSSELS LOF (Cichorium intybus, var. foliosum).
Langwerpige, tot wit of geelwit gebleekte kropjes van een gewas, dat in de herfst word gerooid, tot enkele centimeters boven de hals ontbladerd en vervolgens opgezet voor de teelt van witte kroppen. Vroeger werden de wortels daartoe in een kuil geplaatst en afgedekt met een laag aarde. Tegenwoordig worden ze vaak geforceerd in bakken met […]
WITTE KOOL
> Kool, witte.
WORTEL
> Bospeen, waspeen, winterpeen.