In de Indiase keuken wordt curryblad veel gebruikt in vegetarische schotels. De bladeren zijn vers of gedroogd verkrijgbaar en worden ook gebruikt voor het maken van curriepoeders.
Kruiden en Specerijen
Het verschil tussen kruiden en specerijen is moeilijk aan te geven. Kruiden zijn meestal planten uit de gematigde klimaatzones; specerijen zijn doorgaans afkomstig van uitheemse planten, struiken of bomen die van oorsprong thuishoren in tropische gebieden. Zowel kruiden als specerijen worden gebruikt om gerechten smakelijker te maken. Ze danken hun geur en smaak aan etherische oliën en harsachtige stoffen. Een snelle verwerking (droging) is dan ook vereist, omdat smaak en geur anders snel verdwijnen. Kruiden en specerijen kunnen zowel vers als gedroogd worden gebruikt. Het woord ‘specerij’ komt van het Latijnse species dat ‘soort’ betekent. Het is een verzamelnaam voor alles wat onder de categorie (sub)tropische aromatische producten valt. In de eerste plaats zijn er de ‘pure’ specerijen, afkomstig van de zaden, knollen, vruchten of bladeren van één plantensoort. Daarnaast kennen we samengestelde specerijen, voor de bereiding waarvan vruchten, zaden, blaadjes enzovoort van vers chillende planten worden gebruikt. Peper is een pure specerij; kerrie daarentegen is samengesteld uit een aantal ingrediënten. Vondsten uit het Laat-Stenen Tijdperk, zo omstreeks 4000 v. C., tonen aan dat ook toen al specerijen werden gebruikt. In een Babylonische ‘spijkerschrift bibliotheek’ wordt al melding gemaakt van kardemom en saffraan. Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika zijn van oudsher belangrijke specerijen gebieden. Voor-Indië stond bekend om zijn gember, geelwortel, kaneel en kardemom; China produceerde veel kassia (chinakan eel), Indonesië vooral kruidnagel s. Uit Zuid-Amerika kwamen piment, vanille en diverse soort en chilipepers. Egyptenaren, Grieken en Romeinen hebben reeds in de Oudheid specerijen gebruikt. Egyptenaren en Romeinen waren zelfs grootgebruikers. Zij gebruikten specerijen niet alleen in het voedsel, maar ook als medicijn, in parfums en als offer aan de goden. Ook waren specerijen onmisbaar voor het balsemen van mummies. De Grieken gebruikten specerijen als medicijn; bij de Romeinen gold peper zelfs enige tijd als betaalmiddel. De vraag naar specerijen heeft belangrijke ontdekkingsreizen gestimuleerd en heeft uiteindelijk geresulteerd in de ontdekking van Amerika. In de tijd van de VOC, de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, ontstond op de Molukken zelfs een oorlog om kruidnagels.
Dille (Anethum graveolens).
Een eenjarige plant die oorspronkelijk uit Iran komt maar al heel vroeg in Europa is ingevoerd. Dille heeft een gladde, holle, donkergroene en lichtgestreepte stengel die een meter hoog kan worden. Het sterk geveerde blauwgroene blad vertoont veel gelijkenis met venkelblad. De naam komt van het Oud-Noorse dylla, dat ‘verzachtend’ betekent. Het kruid verliest bij […]
Dragon (Artemisia dracunculus var. sativa).
De aromatische dragonplant heeft sterk vertakte stengels met lange, groene, gladde en glimmende bladeren en gele bloemen. Vers en gedroogd is dragon een belangrijk kruid voor het maken van dragonazijn, dressings en dragonboter, in sauzen en bij vlees. De plant komt van oorsprong uit de voormalige Sovjet-Unie (vandaar de bijnaam ‘Russische dragon’). De soortnaam is […]
Engelwortel (Angelica archangelica, syn. A. officinalis).
Een tamelijk onbekend keukenkruid. De gekonfijte wortel van deze zoetgeurende plant werd vroeger veel gebruikt in gebak; de stengel in jams. Het zaad was een smaakmaker in likeuren. De gedroogde stengels kunnen lang worden bewaard. Het fijngehakt blad wordt aanbevolen in visgerechten.
EPAZOTE (Chenopodium ambrosioides)
Epazote (Chenopodium ambrosioides) ofwel welriekende ganzenvoet is een keukenkruid dat is inheems in grote delen van Midden-Amerika en het maakt deze soort niet uit waar hij groeit als er ter plaatse maar een gematigd of subtropisch klimaat heerst. De bladeren van de epazote worden mede door de sterke smaak toegepast als een bladgroente (zoals wij […]
Fenegriek
Zie: Bokshoorn
FOELIE (Myristica fragrans)
Foelie (Myristica fragrans) is een specerij dat net zoals nootmuskaat van de muscaatboom komt. De muscaatboom produceert meerdere malen per jaar vruchten die ongeveer de grootte van een abrikoos hebben. Het zaad dat in deze vruchten zit is de nootmuskaat. En om het zaad heen zit een vliesachtige omhulsel waarvan het specerij foelie wordt gemaakt. […]
Geelwortelknol (curcuma; kurkuma)
Afkomstig van de plant Curcumalonga. De onderg rondse stengel, met kleine oranjegele, wasachtige knollen, wordt gekookt, gedroogd en ten slotte verpulverd verwerkt tot een poeder, dat in de Indische keuken ook bekend is als koenjit of koenir. De geelwortelknol wordt echter ook verwerkt in mosterd en is het belangrijkste bestanddeel van kerrie. De geelwortel behoort tot […]
Gember (Zingiberaceae)
Er is witte, zwarte en rode gember In onze streken wordt in hoofdzaak de vlezige, duimdikke wortelknol van de witte gember gebruikt; in het hart is hij citroengeel met een blauwachtige kern. Gember wordt, behalve vers, ook in Gember of gekonfijte vorm toegepast. De specerij dient ook als grondstof voor gemberbier en ginger al e. Gember […]
Jeneverbes
De gedroogde jeneverbes is afkomstig van de altijdgroene jeneverbesstruik Juniperus communis en geeft kleur en smaak aan gin, wild en varkensvlees. De bessen worden ook gebruikt bij het roken van worst. Aan een struik groeien de een- en tweejarige groene (onrijpe) en de zwartblauwe driejarige rijpe bessen naast elk aar. Alleen de 6 tot 8 […]
KANEEL
Bast van de cassiaboom of de gladde bast van de kaneelboom. In stokjes of poedervorm. Kaneel, al een oude specerij, komt van de plant Cinnamomum zeylanicum. De naam is afgeleid van het Italiaanse cannella dat ‘rietje’ betekent en verwijst naar de vorm van de gedroogde binnenkant van de boombast. Deze rolt na het bewerken en […]
Kardemom (Elletaria cardamomum).
De kardemonplant groeit in het tropisch regenwoud: een grote gemberachtige en overblijvende plant met een sterk vertakte wortels tok. Deze wordt 2 tot 3 cm lang en is wit of lichtgroen van kleur met een violette ‘lip’ in het midden. De specerij (ook wel ‘kardamom’ genoemd) heeft een zoetachtige, enigszins scherpe smaak die past in […]