In tuinen, op braakliggende gronden en in wegbermen. Lentep addestoel. Donkerder dan de gewone morielje (vrijwel zwart) en met verticale ribbels en holten op de lange, holle en puntige hoed. Het vruchtlichaam kan 5 tot 15 cm groot worden
Paddenstoelen
Het zelf zoeken en plukken van paddenstoelen in de vrije natuur is alleen al vanuit een oogpunt van milieu beheer niet wenselijk, zeker niet als het op grote schaal gebeurt. Bovendien is de laatste jaren in speciaalzaken het aanbod aan verse en gedroogde paddenstoelen rijk genoeg. Nog een argument om als leek niet zelf op zoek te gaan naar paddenstoelen is dat een aantal eetbare soorten eigenlijk alleen smakelijk is als ze jong zijn. Tot slot dreigt het gevaar dat per abuis een giftige soort wordt geplukt. Om meer zekerheid te krijgen over de juiste soort kan van de paddenstoel een sporen worden gemaakt, een sporenprent. Daartoe wordt de verse hoed op een vel wit (bij gekleurde plaatjes) of donker papier gelegd, met eroverheen een omgekeerd glas om uitdrogen te voorkomen. Na een paar uur, soms een dag, ligt op het vel een laagje sporen dat bij elkaar geschraapt kan worden. De kleur van de sporen is een hulpmiddel bij het determineren. Er bestaan ook kleurenstalen aan de hand waarvan kwalificaties als ‘heel bleek crème’ of ‘bleek crème’ getoetst kunnen worden. Hieronder, in alfabetische volgorde van de Nederlandse naam, een overzicht van nagenoeg alle eetbare paddenstoelen die in Nederland en België voorkomen, plus een paar buitenlandse soorten die niet uit de keuken zijn weg te denken.
OESTERZWAM, GEWONE OESTERZWAM (Pleurotus ostreatus).
Groeit in bundels het gehele jaar rond op afstervende bomen en stronken, met de ene waaiervormige hoed boven de andere. Doorsnee hoed 6-12 cm; grotere exemplaren hebben vaak een gegolfde rand. Kleur varieert van grijs tot grijsbruin. Vrijwel geen steel; plaatjes aflopend. Vlees is vrijwel wit, met een aangenaam aroma. De oesterzwam wordt tegenwoordig op […]
OESTERZWAM, TRECHTER- (Pleurotus cornucopiae).
In dichte bundels op stronken van loofbomen. Lente tot late herfst. Doorsnee hoed 5-12 cm; sterk ingedeukt, vaak trechtervormig met ingescheurde rand. Verkleurt op den duur van wit naar bruin. Uit dezelfde 5-8 cm lange steel kunnen meerdere hoeden groeien. Plaatjes wit tot lichtbruin; ze zijn diep en lopen langs de steel naar beneden. Vlees wit […]
PADDENSTOELEN PLUKMES
Een goed paddenstoelen plukmes zoals u op de afbeelding kunt zien heeft een sterk gebogen lemmet waarmee delicate champignons nauwkeurig kan worden geoogst. Met het borsteltje kunt u tegelijkertijd aarde, bladeren en naalden van de schimmel wegborstelen. Een goed plukmes mes is van roestvrij staal, vacuüm ijs-gehard, met de hand geschuurd en heeft een borstel […]
PARASOLZWAM, GROTE (Macrolepiota procera).
Open bos, weilanden en bermen, van vroege zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 10-25 cm, van knotsvormig tot plat met een verhoogd midden. Bleek tot lichtbruin en bedekt met donkere harige schubben. Steel 15-30 cm, wit met grote ring. Plaatjes wit. Vlees dun, wit en met een zoete geur. Sporee wit.
PARASOLZWAM, KNOL- (Macrolepiota rhacodes).
In bossen, onder struikgewas en heggen en in wegbermen. Vroege zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 5-12 cm, van half bolvormig tot vrij vlak. Op de hoed schubben met een sterk vezelig uiterlijk. Steel 10-15 cm, vuilwit met bruinroze tint. De voet is sterk verdikt. Plaatjes van wit naar rossig. Het vlees is wit en […]
PIED DE MOUTON
> stekelzwam, gele.
PIEDMONTTRUFFEL
> truffel, witte.
PORTABELLA (Agaricus bisporus)
Portabella is een variant van de kastanjechampignon is overgewaaid naar Nederland vanuit Amerika. Deze paddenstoel is wel sterker van smaak. Hier is de Portabella al langer bekend als barbecuepaddenstoel. In Nederland hebben sommige telers zich gespecialiseerd in de teelt van deze paddenstoel. Portabella is het hele jaar verkrijgbaar. Aankooptips Bij aankoop hoort de portabella er gaaf uit […]
REGENBOOGRUSSULA (Russula cyanoxantha).
Onder loofbomen en soms bij dennen. Zomer tot late herfst. Doorsnee hoed 5-18 cm. Iets vettig; van bol tot uitgespreid, met in het midden een deuk. Soms éénkleurig, maar ook met kleuren die uiteenlopen van paars tot lichtgroen. Steel 5-10 cm, wit. Plaatjes stevig en wit tot crèmekleurig. Het vlees is wit en aangenaam geurend; […]
REUZENBOVIST (Langermannia gigantea).
Op voedselrijke (zandige) klei- en veengrond in sterk bemeste weilanden, in boomgaarden, bermen en parken, ook in loofbossen en struwelen, vaak op recent verstoorde grond of ingedroogde modder. Saprofiet. Van vroege zomer tot late herfst. Vruchtlichaam bolvormig, doorsnee 5-80 cm en zelfs groter. Alleen jonge exemplaren zijn geschikt voor consumptie. Maar dienen wel goed te […]
RODEKOOLZWAM,
> amethistzwam.
