Maximale lengte 30 cm, meestal 20-25 cm. De bovenzijde is helderbruin, zeer vaak met witte vlekken; de onderzijde is in het midden roze, wit aan de randen. Het lichaam is dorsoventraal afgeplat, met rondom een gelobde boord. De min of meer overlangse rijen knobbeltjes op de bovenzijde eindigen op een conische papil; drie overlangse banden […]
ZEEKOOL (Crambe maritima).
Open bladkool met lange, kale bladstelen en gegolfd blauwgroen blad. Gegeten worden echter de bleke, sappige stengels die ontstaan door het ophogen van de grond rondom de planten (als bij asperges) of door het opzetten van de wortels in een donkere klimaatcel. De gebleekte stengels hebben een aangename koolsmaak. Oorsprong: Atlantische kust van Engeland en Frankrijk.
ZEEKRAAL (Salicornia europaea).
Bladloze, eenjarige planten met sterk vertakte, vlezige, groene of roodachtige stengels. Alleen in jonge toestand geschikt voor consumptie. Oorsprong: Noordzeekusten van Noordwest-Europa, Portugal, Chili (winterseizoen), Saoedi Arabië.
ZEELAMPREI
Zie zeeprik
ZEELT Tinca tinca).
Maximale lengte 70 cm. Meestal donkergroen tot zwart op kop en rug; koperkleurige flanken en bronskleurige buik; grijsbruine vinnen. In elke mondhoek een tastdraad. Rug- en anaalvin hebben een bolle rand. Komt Titel voor in stilstaande en langzaam stromende wateren met veel plantengroei. Voorkomen/vangst: In het geheel Europa, behalve in noordelijk Scandinavië, Schotland, Dalmatië (voormalig […]
ZEEOOR, ABALONE (Haliotis lamellosa).
Maximale lengte 10 cm, meestal 6-8 cm. Kleur bruinrood tot groenig. Als H. tuberculata (zie hierna); buitenzijde ruwer en vaak bedekt met kalkalgen. Leeft in ondiep water op rotsen en onder stenen. Voorkomen/vangst: Alleen Middellandse Zee.
ZEEOOR, ABALONE (Haliotis tuberculata).
Maximale lengte 20 cm, meestal 6-8 cm. De kleur is groenachtig bruinrood; binnenzijde bedekt met een dikke laag parelmoer. Vorm afgeplat met meestal 6 karakteristieke gaten. De gewonden slakkenhuisvorm is niet duidelijk zichtbaar. Oppervlakte van de schelp vrij ruw, met 6-10 ronde ribbels. Leeft op rotsen en onder stenen, doorgaans in ondiep water. Voedt zich […]
ZEEPALING
Zie aal, konger-.
ZEEPRIK, ZEELAMPREI (Petromyzon marinus).
Maximale lengte 120 cm. Lichaam grijsgroen met olijfbruine tot bruinzwarte, gemarmerde tekening; buik vuilwit. Zuigbek met talrijke cirkelvormige geplaatste hoorntanden; de grootste staan in het midden. Trekt uit zee naar zoet water om zich voort te planten. Voorkomen/vangst: NoordAtlantische Oceaan, van IJsland en Labrador tot Florida en het noordelijke deel van de Golf van Mexico. […]
ZEERAAF (Sciaena umbra).
Maximale lengte 50 cm, meestal tot 35 cm. Donkergrijs tot donkerbruine vis; borst- en anaalvin zwart; rand van de rugvin en onderzijde staartvin zwart. Komt voor op diepten van 20-180 m, meestal op rotsige zandbodems. Is ’s nachts actief. Paaitijd vermoedelijk van maart tot augustus. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van de ingang van Het Kanaal […]
ZEEUWS SCHARRELVARKEN
Het enige echte Zeeuwse scharrelvarken is alleen voor de liefhebber; een smaakvol streekproduct. Niet alleen de smaak van de Zeeuwen is bijzonder, maar ook het achtergrondverhaal is exceptioneel. De familie Stoutjesdijk runt al sinds 1932 een agrarisch bedrijf. In het prille begin was dit een gemengd bedrijf met koeien en akkerbouw. In 1960 maakten de […]
ZEEUWS SPEK
Hoe Zeeuws is Zeeuwsspek? Het product is in de huidige vorm pas de laatste 50 jaar een belangrijk product in de slagerij geworden. Dus nog vrij jong. Over de oorsprong zijn de meningen nogal verdeeld. Toch teruggaand naar vroeger en de huisslachtingen van het door de Zeeuwse boeren zelf gemeste varken geeft wellicht een verklaring […]