De officiële kwaliteitskenmerken AOP en IGP zijn voorbehouden aan traditionele producten van regionale afkomst. Na de registratie door het ‘Bundesamt für Landwirtschaft’ (federaal bureau voor landbouw) mogen de beschermde aanduidingen uitsluitend worden gebruikt voor producten die voldoen aan de oorsprongs-, vervaardigings- en kwaliteitsbepalingen van de doelspecificatie. Onafhankelijke certificeringsbureaus controleren of deze vereisten worden vervuld.
De beschermde oorsprongsbenaming (AOP, Appellation d’Origine Protégée) waarborgt dat de kwaliteitsproducten in het gebied van oorsprong geproduceerd, verwerkt en veredeld zijn.
De beschermde geografische aanduiding (IGP, Indication Géographique Protégée) is eveneens een aanduiding voor de traditionele en karakteristieke specificaties van een duidelijk omschreven streek. Een product moet in de streek van herkomst geproduceerd, verwerkt of veredeld worden. Het vlees voor een IGP-worst mag bijvoorbeeld afkomstig zijn van dieren buiten de streek.
Zowel AOP- als IGP-producten dragen de naam van de streek waaruit zij afkomstig zijn. Daarom is het belangrijk dat die benaming alleen wordt gebruikt voor producten die aan de volgende drie voorwaarden voldoen:
Oorsprong: De producten zijn verbonden met de streek die in hun naam is opgenomen.
Zwitserse kaas met AOP-kwaliteitszegel
Bij AOP-kaas is de melk afkomstig uit een duidelijk omschreven gebied. De melk wordt in deze streek tot kaas verwerkt en de kaas wordt daar tot de rijping van het product verzorgd.
In Zwitserland hebben de volgende kaassoorten een AOP-kwaliteitszegel:
- Berner Alp- und Hobelkäse AOP
- Emmentaler AOP
- L’Etivaz AOP
- Le Gruyère AOP
- Raclette du Valais AOP
- Sbrinz AOP
- Tessiner Alpkäse AOP
- Tête de Moine AOP
- Vacherin Fribourgeois AOP
- Vacherin Mont-d’Or AOP
- Bloder-Sauerkäse AOP
- Glarner Alpkäse AOP