Een bastognekoek is gemaakt van zelfrijzend bakmeel, kandijstroop, eidooier, suiker, boter en verschillende specerijen, voornamelijk kaneel en kruidnagel. De specerijen zorgen voor de unieke smaak van de koek.
De bastognekoek heeft zijn oorsprong in België. De koek is uitgevonden door bakker Paul Parein in 1952. Voor de naam van zijn nieuwe koek liet hij zich inspireren door de stad Bastenaken. De Waalse naam voor deze stad is Bastogne. Deze stad ligt aan de voet van de Ardennen. Parein raakte geïnspireerd door de stad, omdat hij zijn koek qua structuur erg vond lijken op de rotsachtige omgeving rond Bastogne.
Het bedrijf werd na de dood van Paul Parein overgenomen door zijn zoon. Het bedrijf fuseerde met Beukelaar en de koekjes werden verkocht onder de naam Gébéco. De koekjes zijn in Nederland terechtgekomen door een samenwerking met LU.