Grote planten met tamelijk grote, langwerpige bladeren die een open bladrozet vormen. De bladeren zijn gekroesd. Kleur en kroezigheid is afhankelijk van het ras. Vroege rassen hebben meestal lichtgroen en fijngekroesd blad, latere hebben donkergroene bladeren, die aanvankelijk slechts licht gekroesd zijn. In de loop van de winter neemt de kroezigheid toe. Van boerenkool wordt vaak gezegd dat de smaak pas echt goed is als er op het veld “een nacht vorst overheen is gegaan”, omdat de koude ervoor zorgt dat de plant extra suikers aanmaakt.
De oogst begint dan ook vaak pas na de eerste nachtvorst, de kool kan indien gewenst de hele winter op het veld blijven staan. Boerenkool bevat bijna alle vitamines en mineralen en is vooral rijk aan (pro)vitamine A, B2, B6, C, foliumzuur en calcium.
Te koop zijn doorgaans de bladeren, tegenwoordig bijna uitsluitend gesneden. Oosprong: Waarschijnlijk de Atlantische kust van Engeland en Frankrijk. Rassen: o.a.Westlandse Herfst, Westlandse Winter, Lerchenzungen, Lage Fijngekrulde of Moskrul.Atlantische kust van Europ
Leonardo Pacenti, chefkok van restaurant Toscanini in Amsterdam, maakt boerenkool van cavolo nero. Cavolo nero of palmkool is verwant aan boerenkool, maar het is een eleganter product: het is sierlijker en het ontbeert de zware odeur die bij het koken van boerenkool vrijkomt. Leonardo werkt er graag mee. In de video laat hij zien hoe je cavolo nero van de harde nerven verlost en er een ‘Italiaanse’ boerenkool van maakt. Al werkend komt Leonardo op nieuwe ideeën, hij combineert de kool met koudgerookt wangspek, zelfgemaakte zwoerdworst en mosterdfruit. En passant geeft hij de recepten van een tweetal pasta’s, andere toepassingen van palmkool en hij vertelt hoe je zelf mosterdfruit kunt maken.