Een rond wit brood met een boon erin verborgen en een ster in de korst gekerfd. Driekoningen, 6 januari, is het feest voor de Wijzen uit het Oosten die geschenken brachten aan het Christuskind. De avond tevoren, Driekoningenavond, werd vroeger uitbundig gevierd met spelletjes, veel eten en vooral veel drinken en daarbij het brood met de boon. Wie de boon in zijn stuk brood vond was koning, kreeg een kroon op en mocht het tempo van drinken aangeven.
De Romeinen kenden het gebruik om tijdens de Nieuwjaarsviering door middel van een koek met ingebakken boon een narrenkoning te kiezen. Dan vierden zij de Saturnaliën, hun meest geliefde volksfeest, met een feestmaaltijd ter ere van Saturnus, de god van de akkerbouw. Werd bij deze gelegenheid een slaaf door het lot als feestkoning aangewezen dan werd hij tijdens het feest zelfs door zijn heer bediend en verzorgd.
De Koning drinkt!
Tijdens de Middeleeuwen werd op Driekoningenavond het feest van de narrenkoning of bonenkoning in dolle uitgelatenheid gevierd. Wie de boon trof, was koning en koos zich een koningin en hofbeambten: een raadsman, rentmeester, secretaris, kamerling, hofmeester, voorsnijder, proever, schenker, kok, zanger, speelman, portier, zot en zottin. Allen moesten in hun rol blijven, gezamenlijk speelde men het koningsspel. De koning onthaalde het gezelschap; als hij dronk, moesten allen uitroepen: “De koning drinkt!” Wie in gebreke bleef, kreeg van de zot een zwarte streep over het gezicht. In alle huizen, arm en rijk, vierde men aldus Driekoningenavond.
In later tijd werden de koning en zijn hofbeambten door een koningsbrief of trekbrief – in de vorm van een prent – aangewezen. Dit waren mooie houtsnede prenten evenals de kronen, die in vijf medaillons de afbeeldingen van de drie koningen, Maria en Jozef vertoonden. Deze werden tot begin 19e eeuw nog in Amsterdam verkocht: “Een oortje een trekbrief. En een cent een kroon!”
De kroon werd uitgeknipt en opgeplakt. Ook de trekbrief knipte men door, de verschillende prentjes, ieder met een eigen rijmpje, werden door elkaar geschud en getrokken. In Vlaanderen waren deze trekbrieven nog tot begin 20e eeuw in gebruik, al werden zij meer en meer door gewone speelkaarten vervangen. Het ronde Driekoningenbrood werd in Amsterdam overal gebakken, in andere steden kwam dit gebruik minder voor. Wie in het Amsterdamse brood de boon aantrof, werd overigens geen koning of nar maar moest trakteren.
Munten en porseleinen poppetjes
Volgens F.W. Drijver werden er in plaats van bonen soms ook porseleinen poppetjes in het brood verstopt. Hij wijst ook nog op het eeuwenoud gebruik ‘te boone gaan’ als er overheidspersonen moesten worden verkozen. Omdat velen niet konden lezen konden ze door een boon in een pot te stoppen op de persoon van hun keuze stemmen. De folklorist J.H. Nannings schrijft dat een enkele maal een munt in plaats van een boon in de koek werd meegebakken. Hij geeft als verklaring hiervoor dat Driekoningen – voorheen Groot-Nieuwjaar genoemd – van oudsher een herdenkingsdag van de doden was.
De ingebakken munt zou kunnen verwijzen naar de vroeger gebruikte dodenmunt die als reispenning aan de overledene in het graf werd medegegeven op zijn reis naar het hiernamaals. Begin 20e eeuw adverteerden de Amsterdamse bakkers nog in het Algemeen Handelsblad om hun bonenkoeken aan te prijzen maar het aloude gebruik verdween daarna snel. In Noord- Brabant en Limburg kwam het Driekoningenbrood nog wat langer op tafel, met een ingebakken boon of erwt. Wie deze in zijn deel aantrof, moest een rondje geven.
Godsdeel
Een deel van het Koningsbrood stond bekend als Godsdeel. Dit was het eerste stukje koningsbrood, het smeuïg bruingebakken kapje, dat voor de armen bestemd was en van ouds heette: “Het deel van God.” Als dit deel ter zijde was gelegd, kreeg ieder zijn snede, natuurlijk in de hoop, dat ook de boon zijn deel werd. Bleek dat deze in het Godsdeel zat, dan werd voor dit deel gezamenlijk betaald; dit ‘koningsgeld’ werd vervolgens onder de armen verdeeld.
Het wegschenken van het kapje van het Driekoningenbrood als Godsdeel is dus in wezen een rituele offergave, zoals ook in een Vlaamse liedje duidelijk naar voren komt: “Ik kom aan uwer deurke staan, mijn allerliefste vrinden, al om het Godsdeel te ontvaan. Ik hope, dat ik het zal vinden. Wilt mijn redens wel verstaan. De meulen heeft niet rondgegaan. Daarom moet ik om het Godsdeel gaan.” “Wij komen dertienavond bezoeken. Heb je geen wafels of pannenkoeken. Een, twee, drie, in het beuterpateel, Menschen geeft ons ons aandeel.”
Gaansdeel
Volgens Nannings was het in Vlaanderen de gewoonte vier stukken van het Koningsbrood voor de armen op zij te zetten, namelijk het Ons Heren deel. Het Onze Lieve Vrouwe deel, het Sint Jozef deel en een stuk dat de naam van de dorpspatroon kreeg. De volgende dag trokken dan alom de arme vrouwen rond, luidkeels roepend om het Ons Heren deel of Gaansdeel (Godsdeel). De stukken werden hun dan uit het venster toegeworpen. Deze traditie stond bekend als Gaansdeeldag. Volgens Walter Plaetinck sneed het hoofd van de familie in Vlaanderen de koningskoek of -brood in drie delen: één voor Onze-Lieve-Heer, één voor de afwezigen en één voor de armen.
Moeder borg het deel van de afwezigen op in de kast: indien het vlug beschimmelde, wees het erop, dat een afwezige ziek of misschien wel overleden was. Het deel voor de armen lag op de vensterbank te hunner beschikking. In het West – Vlaamse land werden op Dertiendag ook vaak wafels gebakken en werden spelletjes gespeeld waarbij het tellen van de putjes in de wafels – soms achtenveertig! een rol speelde.
Uitdeling door kloosters
In kloosters werd het Godsdeel gul verstrekt. Vermaard om deze vorm van weldadigheid was de abdij van Rijnsburg. Van heinde en ver kwamen de Driekoningengangers naar de kloosterpoort, het lijf omhangen met zakken. Op slepende toon klonk het dan, onder het voorhouden van de lege gapende zakken aan de abdis: “Vrouw, geef je wen”. Dit betekende: “Vrouw, geef je er wat in” of mogelijk: “Vrouw geef als je gewend bent”. Aan deze smeekbede werd ruimschoots gehoor gegeven. Het voorbeeld van de kloosters vond bij de stedelijke regeringen navolging. Deze gaven niet alleen aan arme kloosterlingen kannen wijn en “den armen luden brood en bier tot hun conincxfeesten”. Ook gaven ze alle schoolkinderen op Dertiendag “oirlof” oftewel een vrije dag.
Afsluitende maaltijd
Op de avond van Driekoningen werden overal feestelijke maaltijden gehouden als afsluiting van de Joeltijd. Dan kwamen volgens Nannings de Midwinterstoeten en onder andere in Westfalen, de Midwinterroggebroden weer op tafel. Volgens een oud gebruik at men driemaal van deze broden: op Kerstavond, op de avond van Oud en Nieuw en tenslotte op Driekoningenavond. Wat er dan nog overbleef gaf men op Lichtmisdag aan de paarden. De hele gemeenschap nam deel aan deze overvloedige maaltijden. Zelfs het vee kreeg in Duitsland zijn deel in de vorm van de zogenaamde Viehstöri. De kleine broodjes die ook als een soort Steuer of belasting voor de huisgeesten klaar gezet werden.
Hoe rijker de maaltijd was des te meer zielen en goden in een goede stemming werden gebracht. Op de eerste plaats was er Perchta, de vrouw van Wodan, met haar vele kinderen. ‘Smeert U den buik met vette koeken, dan glijdt Perchta’s mes erop uit, ‘aldus een gezegde. Diegene die niet voldoende zwelgde ten bate van de geesten kon dus rekenen op een afstraffing van Perchta.
Zusters van het Lot
Behalve met Perchta, ’de stampende’, moest men in de Driekoningennacht rekening houden met de drie zusters van het Lot: Ainbet, Wilbet en Worbet. Bekend als drie witte feeën wier plaats in christelijke tijden door de drie koningen werd ingenomen, aldus Nannings. Dit blijkt nog lang uit de koeken waarin de zusters van het Lot werden afgebeeld, vreemd genoeg als mannelijke personen en van oorsprong zelfs als Middeleeuwse ridders. Later veranderden deze koeken in een drietal Koningen met de ster in hun midden. Naar men zegt kwam hierbij de zwarte koning in de plaats van de zwarte Hella uit onderwereld. Deze koeken met drie figuren verdwenen om plaats te maken voor de Bonen- of Koningskoek.
Tekst: http://www.bakkerijwiki.nl/