Maximale lengte, 12,5 cm, meestal kleiner. Vlot te herkennen aan de drie prominente overlangse kielen op de carapax en aan de typische vorm van het derde en vierde abdominaal segment: deze dragen een mediane kiel, die naar achter in een opvallende, grote tand uitloopt. Het rostrum is zowel boven als onder over de volle lengte met tanden bezet. De tanden boven en achter de oogholte staan verder van elkaar dan die op het rostrum. Van het tweede pereopodenpaar is de linker langer dan de rechter. Leeft op slibbodems, op diepten van 150 tot 900 m (meestal tussen 300 en 700 m). Voorkomen/vangst: Noordelijke Atlantische Oceaan, van Groenland tot Masachusetts (VS), rond IJsland en van Spitsbergen tot de centrale Noordzee.
Home » Artikelen » Productinformatie » Schaal en Schelpdieren » Schaal en Schelpdieren soorten » GARNAAL, GEKIELDE NYLON- (Heterocarpus ensifer).
