Een echte mengdruif; monowijnen van de garnacha komt men zelden tegen. Toch staan in Spanje, ZuidFrankrijk, Californië en delen van Australië enorme wijngaarden vol met deze druivensoort. Doorgaans speelt de garnacha in melanges een ondergeschikte rol, maar de druif kan ook een prominente positie innemen. Ze levert een verdienstelijke bijdrage aan melanges met andere druiven, met als essentieelste aandeel haar potige kracht en brede kruiderij. Ook worden op basis van de garmacha verdienstelijke roséwijnen geproduceerd. Synoniemen in Spanje zijn de aragón en de tinto ara gonés, op Sardinië de cannonau. Wijnstijl: De garmacha – ‘s werelds meest aangeplante blauwe druif – levert een grote verscheid enheid aan wijnen, met als karaktertrekken weinig kleurstof, veel alcohol, een zachte textuur en amper geneigd tot rijping. Jong heeft de wijn andere aroma’s dan in rijpe toestand. Het aanwezige fruit geeft primair associaties met rode vruchtjes waaronder bes, aardbei en framboos, met daarnaast kers, zwarte bes, vijg, kweepeer, rijpe pruimen en verschillende kruidige aspecten zoals venkel, peper, kaneel, laurier, zoethout en gember. In de vele rosévariaties geuren vooral frisse rode vruchtjes als aardbei, samen met een verfijnde kruidigheid.