IJsland

De klassieke IJslandse keuken is een stevige en hartige keuken die erop gericht is om te voeden, niet om te plezieren. Het ruwe klimaat en het gebrek aan voldoende landbouwgrond beperken het assortiment. Klassiekers zijn aardappelbrood gemaakt van aardappelen met roggemeel en gebakken in een pan; soep van schapenvlees, bereidt met onder meer witte kool en wortelen, waarbij het vlees bij het hoofdmaal wordt geserveerd. Er zijn gebakken visballetjes, samengesteld uit schelvis, bloem, aardappelzetmeel, eieren, uien en melk, en haringen in zure room. Gekookte schelvis of kabeljauw krijgt een garnituur van aardappelen en groenten; in de oven gebraden lamsbout wordt geserveerd met roomsaus, gecaramelliseerde aardappelen en groenten. Als dessert komen pannenkoeken op tafel, gekruid met kardemom en bestreken met aardbeienjam en slagroom. Een van de meest typische feesten is Porri. Het is een oud midwinterfeest waarbij zeer typische gerechten worden bereid. Dan komt er haai op tafel die enkele maanden in de koude grond is begraven en vervolgens in de open lucht is gedroogd, en de favoriete IJslandse snack: gedroogde vis, meest al kabeljauw, schelvis of wijting Hoofdgerechten zijn in alle onderdelen bereid van lams- of schapenvlees. Het eten wordt in twee categorieën ondergebracht: zuur en niet-zuur. Zure bereidingen zijn onder meer geperste schapentestikels, schapenkop, borstvlees, leverworst en walvisspek. Niet-zuur zijn o.a. gerookt lams- of schapenvlees, gekookte schapenkop en stevig ger ookte schapenbuik. Daarbij worden aardappelpuree, roggebrood of plat brood met boter gegeten. Als nagerecht wordt skyr geserveerd; melk, zure room en stremsel die samen een roomijsachtige substantie vormen en word gegeten met suiker of room.