Jodenkoeken zijn ronde, platte koeken van zandgebak met een diameter van circa 10 cm. Volgens de Duitse pemmatoloog (broodvorser) en folklorist dr. Max Höfler waren de Jodenkoeken van oorsprong rood van kleur door de toevoeging van rommelkruid, een poedervormige, roodgekleurde specerij. De rode kleur zou een verwijzing zijn naar het paaslam dat werd geofferd. Het bloed van het lam werd vroeger gemengd met het eten voor Pasen.
Volgens Lotus Bakeries is het recept voor deze koeken afkomstig van een Joodse bakker uit Amsterdam die in de jaren ’20 van de vorige eeuw de koeken verkocht. Wat de naam van deze koeken verklaart. Deze bakker verkocht het recept aan een bakkerscollectief uit Enkhuizen. Dit is de meest gehoorde verklaring. Andere bronnen melden dat de naam niets met Joden te maken heeft. Maar dat een bakker met de familienaam ‘de Joode’ deze koeken bakte.
Dan is er nog een derde verhaal: de koeken zijn groot maar dun. Voor weinig geld kon je daarom een grote koek presenteren. Veel producten die vroeger goedkoop waren, hebben een toevoeging ‘Joods’ gekregen. Er wordt wel beweerd dat dit verwijst naar ‘zuinigheid’ van de Joden, maar veel Joden waren arm en zullen vanwege hun armoede vaak voor goedkopere producten gekozen hebben.
Volgens een vierde versie van het verhaal zouden de Jodenkoeken afstammen van de matses. De koeken zijn plat en hebben daarmee een overeenkomst met de platte ongezuurde broden die de joden in Egypte in opdracht van Mozes en Aaron moesten bakken voor de grote uittocht.
Aanpassing naam!
De naam werd in de jaren zeventig als discriminerend beschouwd. De fabrikant overwoog de naam te wijzigen, maar is daar niet toe overgegaan. Wel zijn de namen voor de geëxporteerde koeken aangepast. In de afgelopen jaren is er echter kritiek gekomen op het gebruik van de term “jodenkoeken” vanwege de associatie met discriminatie en antisemitisme. Als gevolg hiervan hebben sommige bakkerijen ervoor gekozen om de naam te veranderen naar bijvoorbeeld “oerkoeken” of “jodekoeken” om mogelijk te voorkomen.
Tekst en foto: Nederlands Bakkerijmuseum