Enigszins langwerpige, hoekige of ronde vrucht, 10 tot 15 cm lang en doorgaans overdekt met bruine vezels. Deze vezels zijn de middelste laag van de vruchtwand. De buitenste laag is bij het rijpworden al verdwenen; de binnenste laag wordt gevormd door de harde dop van de kokosnoot. Op de noot bevinden zich drie donkere indruksels. Het zijn de resten van de vruchtbladen waaruit het vruchtbeginsel was opgebouwd.
Twee ervan zijn slechts lichte inzinkingen; de derde bestaat in feite uit een opening in de harde dop waardoor de kiemplant naar buiten kan groeien. In de dop bevindt zich het kiemwit; bij geheel rijpe zaden bestaat dit uitsluitend uit wit, vet en vezelig vlees; bij nog niet rijpe zaden voor een deel uit een halftroebele, vuilwitte vloeistof, de kokosmelk. Oorsprong: Azië
De vrucht van de kokospalm, waarvan het vruchtvlees voor 40 procent bestaat uit vet en rauw gegeten kan worden. Het gedroogde vruchtvlees wordt kopra genoemd en onder andere gebruikt voor de fabricage van spijsvet. In de jonge vrucht zit een waterige vloeistof, de kokosmelk.
Economische pijler van het zuiden van Thailand. Belangrijk ingrediënt in de Thaise kookkunst.