Slanke langwerpige of brede, korte bladkool met een gesloten krop. De buitenste bladeren zijn, afhankelijk van het ras, geelgroen tot donkergroen van kleur; de bladnerf is breed en wit. Van binnen is de kool geelachtig tot goudgeel van kleur.
Chinese kool, ook bekend als pe-tsai of napa kool, is een groente die behoort tot de koolfamilie Brassicaceae. Het heeft zijn oorsprong in China, zoals de naam suggereert, en is een populair ingrediënt in de Aziatische keuken.
Hier zijn enkele kenmerken en feiten over Chinese kool
Uiterlijk: Chinese kool heeft langwerpige bladeren die strak op elkaar zijn gerold, waardoor het een langwerpig, cilindrisch uiterlijk krijgt. Het blad heeft een lichte kleur, variërend van lichtgroen tot geelachtig.
Smaak en textuur: Deze kool heeft een milde, zoete smaak en een sappige textuur. In vergelijking met de traditionele koolsoorten is Chinese kool zachter en minder vezelig.
Nutriënten: Chinese kool is een goede bron van voedingsstoffen, waaronder vitamine C, vitamine K, vitamine A, kalium en vezels. Het is ook laag in calorieën, wat het een gezonde keuze maakt.
Gebruik in de keuken: Chinese kool wordt vaak gebruikt in verschillende Aziatische gerechten, zoals roerbakgerechten, soepen, stoofschotels en kimchi. De bladeren kunnen rauw worden gegeten in salades of gekookt in warme gerechten.
Bewaren: Om de versheid te behouden, moet Chinese kool in de koelkast worden bewaard. Het is belangrijk om het niet te lang te bewaren, omdat het na verloop van tijd zijn knapperigheid kan verliezen.
Teelt: Chinese kool gedijt goed in koelere klimaten en groeit goed in de herfst. Het heeft de neiging om snel te groeien en kan relatief gemakkelijk worden gekweekt in tuinen of zelfs in potten.
Chinese kool is niet alleen lekker, maar ook veelzijdig en voedzaam. Het heeft de aandacht getrokken vanwege zijn gunstige voedingsprofiel en is een geweldige aanvulling op een gevarieerd dieet.
Oorsprong
Noord-China, Korea. Rassen: Cantonner Witkrop, Chiko en Granado, Regina (WR 50), Kasumi, Osiris (WR 60).