Kleur overheersend donkerrood. Het rostrum is driehoekig en spits, aan weerszijden met een weinig prominente tand. De carapax is duidelijk gekorreld. De achterste helft van het rugschild heeft twee halfcirkelvormige groeven die elkaar ongeveer halverwege raken, zodat achter de cervicale groef een driehoekig veld ontstaat.
De Louisiana-rivierkreeft kwam in Europa terecht via Spanje. Hij werd geïntroduceerd voor de visserij en voedselproductie, maar ontsnapte en verspreidde zich snel. Hij is resistent, invasief, past zich schrikwekkend goed aan en verstoort de ecosystemen waarin hij geïntroduceerd is. Vandaag is het de meest voorkomende soort in Europa. Tevens is het concurrentie voor inheemse soorten, zoals de Europese rivierkreeft (Astacus astacus). En zorg voor verspreiding van kreeftenpest, een schimmelziekte die dodelijk is voor inheemse kreeften.
Rivierkreeft is over het algemeen een bijvangst van beroepsbinnenvissers. Rivierkreeften vallen onder de Visserijwet en mogen door beroepsvissers worden gevangen met alle goedgekeurde vistuigen. Sinds 1 oktober 2012 zijn ook korven en kooien voor kreeften en krabben toegestaan.
Omdat de Amerikaanse rivierkreeft een plaag is, wordt hij in sommige gebieden actief gevangen om de populatie onder controle te houden. Dit biedt culinaire kansen, want het vlees is smakelijk en veelzijdig. Deze kreeft staat bekend om zijn felrode kleur en wordt in Amerika vaak gebruikt in de Cajun- en Creoolse keuken, vooral in gerechten zoals crawfish boil en étouffée.
Aan weerszijden van de carapax slechts één laterale stekel. Lange, forse scharen met talrijke ruwe tanden en knobbeltjes. Vertoont een agressief voedingsgedrag en is bovendien een fervent graver, die aanzienlijk schade kan toebrengen aan rivieroevers en dijkwallen. Leeft in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied in moerassen en vijvers.
Voorkomen/vangst: Van Noordamerikaanse oorsprong (van Illinios tot Florida en NoordMexico. Geïntroduceerd in o.a. Spanje en Italië.