Maximale lengte 14 cm. Kleur zwart groen tot roodachtig groen; onderzijde lichtbruin; opvallende witte tot blauwgroene vlekken op de gewrichten van de scharen(vandaar de naam signaalkreeft). Het rostrum is driehoekig, aan weerszijden voorzien van een weinig prominente laterale tand en voor het overige ongewapend. De zijkanten van de carapax zijn glad, zonder stekels of tanden. Forse, brede scharen die langs de binnenzijde ongelijk gekarteld zijn.
Deze rivierkreeft is heel resistent tegen infecties (met name tegen de rivierkreeftenpest). Hij is de belangrijkste soort geworden die gekweekt wordt in Zweden en Finland, landen met een grote afzetmarkt voor rivierkreeft;
Voorkomen/vangst: Van Noordamerikaanse oorsprong (westelijk van de Rocky Mountains, van British Columbia tot Californië). Geïntroduceerd in o.a. Japan, Scandinavië, West-, Midden- en Oost-Europa. Op tal van plaatsen verwilderd.