Dit klassieke gerecht werd voor het eerst genoemd in 1134. Volgens de geschiedenis vindt het zijn oorsprong in Milaan, in Noord-Italië dus. Naar verluidt werd het aldaar voor het eerst geserveerd tijdens een banket in de St-Ambrogio kathedraal. De Romeinen genoten al van gerechten met dungesneden vlees dat gepaneerd en gebakken werd. Klassiek is de piccata Milanese met kalfsvlees, tegenwoordig zie je ook varianten met o.a. kip., of vegetarische versies met courgette of aubergine.
In Italië wordt de piccata van kalf hoofdzakelijk als een tweede gang in het menu beschouwd. Dan is het gerecht dat met saus maar zonder verdere contorni (bijgerechten) na de pasta wordt geserveerd. De ingrediënten voor het beslag zijn: eieren, Parmezaanse kaas, kruiden en zout. Naast de piccata wordt over het algemeen een pasta met een grove tomatensaus geserveerd.