Op voedselrijke (zandige) klei- en veengrond in sterk bemeste weilanden, in boomgaarden, bermen en parken, ook in loofbossen en struwelen, vaak op recent verstoorde grond of ingedroogde modder. Saprofiet. Van vroege zomer tot late herfst. Vruchtlichaam bolvormig, doorsnee 5-80 cm en zelfs groter. Alleen jonge exemplaren zijn geschikt voor consumptie. Maar dienen wel goed te worden verhit.
Ze zijn dan fraai wit en kleuren bij beschadigingen geel. Bij het doorsnijden moet het vruchtvlees nog wit zijn; het mes moet er doorheen snijden zonder rafels te maken. Met de “valse tondel” van de Reuzenbovist werden bloedende wonden gestelpt en bijennesten uitgerookt. Uit verse exemplaren werden daarnaast dunne vochtopnemende wondlappen gesneden. Van Reuzenbovisten wordt beweerd dat zij stoffen bevatten, die de ontwikkeling van tumoren tegengaan en/of het afweer- of immuunsysteem stimuleren.
Reuzenbovisten kunnen zware metalen en radio-actieve stoffen in hunvruchtlichamen opslaan tot concentraties die in voedingsmiddelen niet toegestaan zijn.