Salami is inmiddels over de -gehele wereld een begrip geworden. Het product is van Italiaanse oorsprong. Vroeger werd het bereid van ezel- of muildiervlees, maar tegenwoordig bestaat het uit een mengsel van paardenvlees, rundvlees, varkensvlees en spek, op smaak gebracht met ui en knoflook en een aantal kruiden. Omdat salami, zoals zoveel traditionele harde worstsoorten uit vroegere -tijden, een plattelandsproduct was verschilde de samenstelling ervan aanvankelijk per streek of zelfs per dorp. Dat (vaak minieme) onderscheid is in de Italiaanse salami-soorten nog altijd terug te vinden. Ook al worden ze tegenwoordig allang niet meer op de boerderij gemaakt. Maar inmiddels wordt salami ook gemaakt door grote vleeswarenfabrieken elders in de wereld.
En die hebben hun receptuur aangepast aan de smaak in hun gebied. Het verschil tussen de ‘echte’ salamisoorten onderling is niet zo erg groot. Doorgaans gaat het om kleine verschillen in de samenstelling of de wijze van opmaken. Salami de Milano bijvoorbeeld, en een aantal vergelijkbare soorten, zijn te herkennen aan de forse vorm en aan het feit dat ze bekleed zijn met gezouten varkensdarm en vervolgens omwikkeld met touw. Naast Italië is ook Hongarije een belangrijk salamiland. Hoe dit van oorsprong Italiaanse worsttype daar tot een nationaal product is kunnen uitgroeien is eigenlijk niet bekend.
GESCHIEDENIS VAN SALAMI
|








