Sauteren is het in een pan (groenten- of vleessauteuse) garen van een product onder voortdurend bewegen, schudden en keren. Geschikt voor deze techniek zijn delen van gevogelte, kleinere vissen, kleine stukken en plakken vlees, zachte vleessoorten, aardappelen en groenten zonder poreuze structuur. Nadat pan en vet zijn verwarmd gaat het vlees in de pan en wordt het aan alle kanten aangebraden, gezouten en gekruid. Daarna wordt het uit de pan genomen. Er gaat nieuwe boter in de pan, waarna met wat wijn of bruine fond de aanzetsels worden losgekookt. Daarna gaat het vlees weer in de pan; het vocht mag echter niet meer koken. Ook nooit met de vork in het vlees prikken; daardoor verliest het zijn sappen. Serveer gepaneerde producten na het sauteren nooit in een saus; hierdoor verliest de paneerlaag haar krokantheid.
Keukenmeester René Ameling Sauteren (sauter) een varken,schouderkarbonade die krokant is van buiten en sappig van binnen.