Maximale lengte van een tarbot is 1 m. Variabel van kleur, past zich aan de kleur van de bodem aan: meestal zandkleurig tot bruin me talrijke donkere vlekken en stippen. Brede platvis, grote kop en bek. Lichaam vrijwel rond (de griet is citroenvormig). Op de gepigmenteerde zijde benige knobbels, op de kop zijn deze kleiner maar veel talrijker. Ogen op de linkerzijde. Leeft op zandige en steenachtige bodems tot 70 m diepte; komt ook voor in brak water, mits het water helder is (oogjager). Voedt zich met vis, schaal- en schelpdieren. Paaitijd april-augustus.
De vis wordt ook gekweekt. In Nederland zijn er twee tarbotkwekerijen. De tarbot geldt als een delicatesse. De tarbot wordt het hele jaar door aangevoerd.
Voorkomen/vangst: Noord oostelijke Atlantische Oceaan, van de poolcirkel tot Noordwest-Afrika; MiddellandseZeegebied. In de Zwarte Zee leeft de ondersoort P.m. maeotica die ook benige knobbels op de ongepigmenteerde zijde heeft.
Op deze link vindt u een groot aantal klassieke gerechten met Tarbot.
Frans Bon, chef kok bij kruidenbedrijf Apollo / Solina maakt een mooi gerecht met tarbot. Hij wikkelt de filet in dunne lamellen van aardappel en bakt het geheel krokant. De vis wordt geserveerd met gebakken prei en lamsoor.