Het woord ketchup is waarschijnlijk, net als ketjap, te herleiden tot een woord uit het Chinese Amoy dialect, kêtsiap, dat ‘vissaus’ betekent. Het woord dat op allerlei manieren geschreven werd, zoals catsup, duikt in Europa op aan het einde van de zeventiende eeuw. Volgens Davidson is het woord in Europa geïntroduceerd door Nederlandse handelaren. Ketchup werd toen nog gemaakt op basis van andere ingrediënten, zoals paddestoelen, oesters of walnoten. Tegenwoordig zijn de enige algemeen bekende varianten tomaten- en curryketchup. Tomatenketchup begon zijn opmars in de Verenigde Staten. Tomaten, oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, werden in Noord-Amerika pas eind achttiende eeuw bekend als voedsel.
Het eerste recept voor tomatenketchup staat in het Sugar House Book uit 1801. Rond 1830 kwam de industriële productie van tomatenketchup op gang. De bekende Heinz tomatenketchup werd voor het eerst geproduceerd in 1876. Wat zit er in ketchup? Behalve tomaten bevat ketchup erg veel suiker. Industriële voedingsmiddelen bevatten vaak verborgen suikers, tomatenketchup dus ook. Maar er zit meer in tomatenketchup: azijn, zout, en specerijen en kruiden (waaronder selderij) volgens het etiket van mijn flesje Heinz.
Overigens is de hoge viscositeit (hoe stroperig een vloeistof is) van tomatenketchup de aanleiding geweest tot het ontwikkelen van de plastic flessen die je omgekeerd kunt bewaren. Ketchup is op dit ogenblik één van de meest gebruikte sauzen ter wereld.