Grote, groene, viltige peulen met 2 tot 5 dikke, platte, enigszins langwerpige tot ellipsvormige zaden, vrij zacht en groenachtig van kleur. De zaden worden gegeten; ze worden tijdens het koken bruin, blank of groen van kleur, afhankelijk van het ras.
Tuinbonen hebben een bittere smaak en worden meestal gekookt of gestoomd gegeten, maar in zn geheel op de BBQ kan ook. Naarmate de bonen ouder worden, wordt de smaak sterker. Jonge, niet te grote zaden zijn het lekkerst vanwege hun zachte en volle smaak.
In de dikke, viltachtige peul van de tuinboon zitten meestal 4-5 eetbare zaden. Om ze te doppen, maak je met je nagels een snede langs de zijnaad van de peul en wipt de boontjes eruit.
Waarom tuinbonen dubbel doppen?
Wanneer je de boontjes dopt, hebben ze nog een bittere smaak, maar ze kunnen prima worden bereid. Dubbel doppen van tuinbonen betekent dat je de reeds gedopte boontjes van hun bittere schilletje ontdoet, wat resulteert in een meer verfijnde smaak.
Hoewel tuinbonen plantkundig gezien peulvruchten zijn, worden ze voedingskundig als groenten beschouwd. Dit komt doordat ze, net als andere peulvruchten zoals doperwten, sperziebonen en peultjes, meestal als groente worden gegeten.
Tuinbonen zijn in juni en juli van Nederlandse bodem beschikbaar.
Erg gezond
De tuinboon is een ware voedingskrachtpatser, boordevol gezonde stoffen. Hij bevat essentiële mineralen zoals calcium, fosfor, ijzer, kalium, koper, magnesium, natrium en zink. Bovendien zit hij vol met belangrijke vitamines, waaronder A, B1, B2, B6, B11 (foliumzuur) en C. Naast deze indrukwekkende voedingswaarde levert de tuinboon ook eiwitten, koolhydraten en een aanzienlijke hoeveelheid vezels, wat hem tot een zeer voedzame keuze maakt.
Oorsprong: Zuidwest-Azië.
Rassen: Witkiem, Express, Lange Hangers, Statissa, Propix, Minica, Brunette, Driemaal Wit, Rowena en Ité-Beryl.