De Rooms-Katholieke kerk kende vanouds vele vastendagen waarop men geen vlees mocht eten, zoals het Groten Vasten, veertig dagen vóór Pasen. Ook de vrijdag gold als vastendag. Zo werd vrijdag visdag in katholieke streken. Dit schept ruimte en aandacht voor de gedachtenis aan Jezus die op die dag aan het kruis is gestorven. En ook nu zijn er bisschoppen die oproepen om dat te blijven doen.
Religieuze Oorsprong:
- Katholieke Traditie: De praktijk van het eten van vis op vrijdag komt voornamelijk uit de katholieke traditie. Volgens de katholieke leer is vrijdag een dag van boetedoening omdat het de dag is waarop Jezus Christus werd gekruisigd. Om deze dag te herdenken, werd het gebruikelijk om op vrijdag geen vlees te eten.
- Vleesverbod: Het eten van vlees werd beschouwd als een luxe en iets feestelijks, terwijl vis werd gezien als eenvoudiger voedsel. Daarom werd vis een alternatief voedsel op dagen van boetedoening en vasten.
- Vasten en Onthouding: Vasten en onthouding van vlees zijn oude christelijke praktijken die in verschillende vormen en perioden in acht werden genomen. De Katholieke Kerk had specifieke regels voor vasten tijdens de vastentijd (de 40 dagen voor Pasen) en op bepaalde andere dagen, waaronder elke vrijdag.
Historische Context:
- Middeleeuwen: Tijdens de middeleeuwen werd het eten van vis op vrijdag een wijdverbreide praktijk in Europa. Vissers en vismarkten profiteerden van deze religieuze voorschriften, wat leidde tot een bloeiende visindustrie.
- Reformatie: De gewoonte bleef grotendeels in stand, zelfs na de Reformatie, hoewel sommige protestantse kerken minder strikt waren in het naleven van de vleesvrije vrijdag.
Moderne Tijd:
- Aanpassing van Regels: In de jaren zestig, tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, versoepelde de Katholieke Kerk haar regels omtrent het eten van vlees op vrijdag. De verplichting werd in veel landen minder strikt, hoewel de praktijk in sommige katholieke gemeenschappen nog steeds wordt nageleefd.
- Culturele Gewoonte: Ondanks de versoepeling van de religieuze regels is het eten van vis op vrijdag in veel katholieke gemeenschappen een culturele gewoonte gebleven. Het wordt vaak gezien als een traditionele en nostalgische praktijk.
Commerciële Aspecten:
- Marketing: Viskwekers, markten en restaurants hebben deze traditie omarmd en vaak gepromoot als een manier om de visverkoop te stimuleren. Dit heeft bijgedragen aan de duurzaamheid van de praktijk, zelfs onder mensen die niet religieus zijn.
Maar de strenge vastenregels gelden niet meer, maar nog altijd heeft vrijdag de klank van ‘visdag’. Vaak was dat gezouten vis want diepvriezers waren er in die tijd nog niet. Bovendien was er in de winter weinig aanvoer van verse vis. De meest gegeten vissoort was kabeljauw, een vissoort die weinig vet bevat en daarom gemakkelijk te drogen en te zouten is.
Ook haring werd veel gegeten, maar dan in het zuur. Omdat haring wel veel vet heeft, is de vissoort moeilijk te drogen, maar in zuur is de vis wel goed te bewaren.