Maximale lengte 70 cm, meestal 30-40 cm. Rug groenblauw, flanken zilverkleurig (wit bij dode vis), zwarte vlek aan de basis van de borstvin (op de markt niet verwarren met de zwarte vlek van schelvis, die meer naar achteren zit). Drie rugvinnen en twee anaalvinnen. Geen kindraad en geen zwarte zijlijn (ook een verschil met de schelvis). Komt meestal in ondiep water voor (5-30 m).
Seizoen: Het seizoen van wijting loopt van juli tot november.
Voedsel: garnaalachtigen en kleine vis. Paaitijd januari tot juli (hoe noordelijker hoe later).
Voorkomen/vangst: In Europa van de Barentszzee tot de noordkust van Portugal; in het zuidelijke deel van de Oostzee, mogelijk in het westelijk deel van de Middellandse Zee; voorts in de Adriatische en de Zwarte Zee, in welke gevallen het echter de ondersoort M.m.euxinus betreft.
Op deze link vindt u een aantal klassieke gerechten met wijting.
Voedingswaarde per 100 g :
Energie: 301 kJ 72 kcal
Eiwitten: 17,4 g
Vetten: 0,3 g