Langwerpige, tot wit of geelwit gebleekte kropjes van een gewas, dat in de herfst word gerooid, tot enkele centimeters boven de hals ontbladerd en vervolgens opgezet voor de teelt van witte kroppen. Vroeger werden de wortels daartoe in een kuil geplaatst en afgedekt met een laag aarde. Tegenwoordig worden ze vaak geforceerd in bakken met stromend water, die in donkere klimaatcellen staan; de wortels zijn dan niet afgedekt. Oorsprong: Middellandse-Zeegebied. Rassen: Mechelse Extra Vroeg, Mechelse Vroeg, Zoom, Mechelse Middelvroeg en Mechelse Laat, Hollandse Middelvroeg.
Volgt deze link om een aantal klassieke witlof gerechten te zien.
Ooit was witlof bitter, maar omdat weinig consumenten van bitter houden is die smaak er door de telers ‘uitgeteeld.’ Gekookte witlof is voor menigeen een jeugdtrauma, maar zodra je witlof bakt ontstaan er mede door de maillard reactie, nieuwe hartige en ook zoete smaken.