Maximale diameter 4 cm. De stekels zijn groen, geelgroen of grijsgroen; de schaal is meestal donkergroen, met 10 witte meridiane banden. Het lichaam is zowel bovenaan als onderaan vlak. Het mondveld is volledig bedekt met een mozaïek van ongelijke nauw op elkaar aansluitende en geperforeerde plaatjes. Het lichaam is dicht bezet met relatief korte en slanke stekels. Leeft op slib-, zand- en rotsbodems die bedekt zijn met zeewieren of zeegrassen, van ondiepe kustwateren tot op een diepte van ca. 100 m. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Portugal
tot de Kaapverdische Eilanden; Middellandse-Zeekusten van Spanje tot Turkije en Cyprus.