Maximale lengte 1,25 m. Rug donker blauwgrijs, flanken en buik groenbruin; flanken met 9-13 donkere verticale banden. Zware kop met stevig gebit. Lange rug- en anaalvin, die niet met de staartvin verbonden zijn, brede borstvinnen. Leeft op steenachtige grond, soms zand- en modderbodems van 1-500 m diepte; vangst van de trawlervisserij meestal op 100-150 m. Voorkomen/vangst: Atlantische Oceaan, van Spitsbergen zuidwaarts
tot de Witte Zee, van NoordNoorwegen tot rond de Britse eilanden en Ierland; westkust van Groenland, Labrador tot Cape Cod.