Langwerpige, tot wit of geelwit gebleekte kropjes van een gewas, dat in de herfst word gerooid, tot enkele centimeters boven de hals ontbladerd en vervolgens opgezet voor de teelt van witte kroppen. Vroeger werden de wortels daartoe in een kuil geplaatst en afgedekt met een laag aarde. Tegenwoordig worden ze vaak geforceerd in bakken met […]