In struikgewas van open bossen en braakliggende grond, in de duinen en langs paden. Alleenstaand of in groepjes op wortels van bomen (iepen, essen, beuken) en struiken, op humusrijk zand, klei en leem in loofbossen, struwelen en parken, vooral in de duinstreek. April-mei. Saprofiet. Lentepaddenstoel. Vruchtlichaam 5-20 cm. De bolvormige hoed heeft aan de buitenzijde de structuur […]