Maximale lengte 75 cm. Rug donkergroen of grijsblauw, zilverkleurige flanken met 6-7 grijze lengtestrepen, buik wit. Dikke bovenlip. Lange borstvinnen. Voedt zich met diatomeeën, algen, kleine ongewervelde dieren en organisch afval. Plant zich voort in de wintermaanden. Bij stijging van de watertemperatuur trekken ze verder noordwaarts. Voorkomen/vangst: Meest noordelijk voorkomende hardersoort van de Atlantische Oceaan, […]