Zie haai, zwartbekhonds-.
Zoekresultaten voor: haai
ZANDHAAI
Zie haai, zand-.
VOSHAAI
Zie haai, vos-
TOONHAAI
Zie haai, gladde.
STEENHAAI
Zie haai, steen-.
NEUSHAAI
Zie haai, neus-
HONDSHAAI
Zie haai, honds-.
HARINGHAAI, zie haai, haring-. HEEK (Merluccius merluccius).
Maximale lengte 1,8 m. Rug blauw grijs, flanken zilverkleurig, buik zilverwit. Slank lichaam en een grote kop. De onderkaak is langer dan de bovenkaak. Het zijn roofvissen die zich voeden met haring, kleine kabeljauwachtigen, schelvis en wijting. De tanden kunnen scharnieren, zodat de prooi gemakkelijk naar binnen glijdt, maar niet kan ontsnappen. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische […]
HAMERHAAI
Zie haai, hamer.
HAAI, ZWARTBEKHONDS- (Galeus melastomus).
Maximale lengte 90 cm (vrouwtje) of 60 cm (mannetje). Reeks ronde, met elkaar verbonden vlekken op de rug en langs de flanken. Onderzijde weinig of niet gevlekt. Binnenkant bek zwart. Komt voor langs de randen van het continentale plat (200-1200 m diep). Voedt zich met op en van de bodem levende schelpdieren, inktvissen, kreeftachtigen. Eierleggend; […]
HAAI, VOS- (Alopias vulpinus).
Maximale lengte 6 m. Rug donker blauwgrijs, flanken grijs met vlekken, buik vuilwit. De bovenlob van de staartvin maakt 56 procent uit van de totale lengte van de vis. De staart is een hulpmiddel om vis bijeen te jagen. Voshaaien zwemmen, zwiepend met hun staart, in steeds kleinere cirkels om een school vis, waarna zij […]
HAAI, RUWE, STEENHAAI (Galeorhinus galeus).
Maximale lengte 2 m. Rug en flanken uniform grijsbruin, buik vuilwit. Slanke haai met een tweede rugvin die even groot is als de anaalvin en er precies boven staat. Via merkproeven is vastgesteld dat ruwe haaien grote afstanden afleggen (tot 2500 km), maar het is niet duidelijk of dit trekbewegingen zijn. Ruwe haaien leven bij […]