Maximale lengte 1,8 m. Rug blauw grijs, flanken zilverkleurig, buik zilverwit. Slank lichaam en een grote kop. De onderkaak is langer dan de bovenkaak. Het zijn roofvissen die zich voeden met haring, kleine kabeljauwachtigen, schelvis en wijting. De tanden kunnen scharnieren, zodat de prooi gemakkelijk naar binnen glijdt, maar niet kan ontsnappen. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, voornamelijk langs de randen van het continentale plat (100-300 m diep). In de Noordzee minder algemeen. Een zestal verwante soorten komt voor in de oostelijke Pacific (Noord- en Zuid-Amerika), rond Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.
Home » Artikelen » Productinformatie » Vis » Vis soorten » HARINGHAAI, zie haai, haring-. HEEK (Merluccius merluccius).