Zie zeeoor
Schaal en Schelpdieren soorten
Maak kennis met de omvangrijke wereld van de schaal- en schelpdieren. Per soort worden de belangrijkste kenmerken gegeven, alsmede de gebieden van herkomst. In de praktijk bestaat er op dit terrein veel onduidelijkheid. De groep weekdieren (die ook in dit hoofdstuk zijn ondergebracht), en dan met name oesters en mosselen, kent veel meer soorten dan menigeen denkt. De inktvissen vormen eigenlijk weer een aparte groep. Ten slotte zijn er dan natuurlijk de schaaldieren, zoals de garnaal en de kreeft. Om eventuele verwarring te voorkomen is ook de Latijnse naam vermeld.
- 1
- 2
- 3
- …
- 19
- Volgende »
ACHTARM
Zie octopus
ALIKRUIK, GEWONE, KREUKEL, KRUKEL (Littorina littorea).
Hoogte maximaal 3 cm, meestal ca. 2 cm. Conische met scherpe punt; 6-8 windingen, met laatste winding zeer groot. Schelp met flauwe concentrische ribbels. Mondopening eivormig. Geelbruine ondergrondkleur met donker banden, parallel aan de spiraal. Leeft in en juist boven de getijdenzone op rotsen, havenhoofden en palen. Het voedsel bestaat uit zeewier en algen ook […]
AMANDE (Glycymeris glycymeris, syn.
Pectunculus glycymeris). Maximale lengte 6,5 cm, meestal 4-5 cm. Buitenzijde roomwit met bruine, concentrische zig-zaglijnen; binnenzijde wit. Schelp vrijwel rond, dik en met gelijke kleppen. Slot met twee rijen gelijk tandjes. Leeft juist onder de oppervlakte ingegraven in zand, slik of fijn grind, van onder in de getijdenzone tot een diepte van 80 m. Voorkomen/vangst: […]
ARK VAN NOACH, ARKSCHELP (Arca noae).
Maximale lengte 10 cm, meestal 6-7 cm. Kleur donkerbruin met zig-zagstrepen. Langgerekt, schelphelften gelijk, slot lang en recht met vele identieke randjes. Schelp gaapt in het midden van de lange zijde; is onregelmatig gevormd met radicale ribbels en vaak bedekt met korte bruine haren. Leeft meestal uit de kust, met byssusdraden vastgehecht aan lege mosselschelpen […]
ARKSCHELP (Anadara diluvii).
Lengte 7 cm. Kleur witachtig tot rossig. Vrij regelmatig langwerpig. Tamelijk bol van vorm met ca. 27 radiale ribbels en fijne concentrische lijntjes. Schelp dikwandig. Leeft op diepten tussen 5 en 500 m in zandige bodems. Voorkomen/vangst: Van de Middellandse-Zeekust tot Madeira. BAY SCALLOP (Argopecten irradians, syn. Aequipecten irradians). Lengte 4-10 cm. Kleur wit tot […]
ARTEMISSCHELP
Zie schelp artemis.
BLAUWPOOTZWEMKRAB
Zie krab, blauwpootzwem-.
BLUE POINT
Zie oester, Amerikaanse.
BOORMOSSEL
Zie mossel, boor-.
BRAKWATERKOKKEL
Zie kokkel, brakwater.
BRANDHOORNSLAK
Zie hoornslak, brand-.
- 1
- 2
- 3
- …
- 19
- Volgende »