Net als in de buurlanden Marokko en Tunesië vormen grove griesmeel voor de couscous, aardappelen, rijst en brood de basis voor de hoofdmaaltijd. Een maaltijd kan beginnen met een salade van gegrilde aubergines en paprika’s met uien, olijfolie en zout of chorba, of met soep op basis van schapenvlees met onder meer linzen of kikkererwten. Als er feestelijk vlees op tafel komt kan dat M’touam zijn, een klassieke bereiding van lamsschouder en balletjes lamsgehakt met amandelen, kikkererwten, kaneel en komijn. Vlees, en dan voornamelijk lams- of schapenvlees, wordt meestal geroosterd aan het spit, zoals de klassieke mechoui, het Arabische woord voor alle roostergerechten. Vis wordt verwerkt in balletjes die gekookt of gefrituurd worden of in ragout met munt en gehakte amandelen. Of gebakken en geserveerd met een saus van paprika en tomaten.
Net zoals alle Noord-Afrikaanse volkeren hebben Algerijnen honderden bereidingen met couscous. Aan de kust wordt couscous met vis gegeten, met onder meer baars, poon en zwaardvis. Er is couscous met lamsvlees waarin wortelen courgettes, kikkererwten, pepers en het Arabische kruidenmengsel Ras-el-hanout zijn verwerkt. Een bekende groentebereiding is Dolma karnoune, gevulde artisjokken. Typische nagerechten zijn bv. baklava, de met amandelen en rozijnen gevulde gebakjes van filodeeg, met amandelen gevulde dadels, zalabia (met suikerstroop overgoten oliebolletjes) of makrout: gefrituurde balletjes van griesmeel, gevuld met amandelen en geparfumeerd met citroen- of sinaasappelessence. Langs de straatkant vind je stalletjes met bourek, gebaseerd op de Turkse börek: deeghapjes die worden gevuld met onder meer garnalen, vis, gehakt vlees of groente