Herkomst: Nederland.
Hoofdbestanddelen: varkensbloed, varkenskopvlees, rugspek, boekweitmeel en/of roggemeel. Toevoegingen: Zwarte peper, piment, kruidnagel, majoraan, kaneel, uien, pekelzout.
Natuurdarm: kromme runderdarm, kromme varkensdarm of runderzakeind .
Bereiding: verkleinen – mengen – afvullen – koken en eventueel roken.
Structuur: fijne bloedfarce met zichtbare vlees- en spekdelen (5 – 8 mm).
Variaties: Limburgse bakbloedworst, Groninger bakbloedworst.
Bijzonderheden: wordt gebakken gegeten. Afhankelijk van de streek zullen vooral variaties optreden bij de toevoeging van meelsoorten, specerijen, suiker en bij de structuur.