Bakpoeder is een witte stof die in verbinding met vocht, zuur en warmte koolzuur vrijgeeft, waardoor deeg rijst. Bakpoeder bestaat uit een component die tijdens het bakproces koolzuur afsplits, meestal natriumhydrogeencarbonaat, uit een zuur, of uit een bestandsdelen die zuren losmaken zoals wijnsteenzuur, citroenzuur of wijnsteen en ook anorganische verbindingen als dinatriumhydrogeenfosfaat. Er wordt meestal ook nog een vulmiddel toegevoegd dat uit diverse soorten zetmeel zoals tarwezetmeel kan bestaan.
De “uitvinding” van bakpoeder is een lang verhaal toen in 1790 in de verenigde staten een eerste bakpoeder was gemaakt, dat echter een bittere nasmaak naliet. In 1835 werd een bakpoeder van wijnsteen gemaakt, dat uit zuivereingzout en wijnsteenresten uit wijnvaten bestond en dat in 1850 voor het eerst in de handel kwam. Ten slotte werd zuren zouten monocaliumfosfaat, almuniumsulfaat en natriumsulfaat, en dat leverde bakpoeder op zoals wij dat tegenwoordig kennen.
Bakpoeder is een veel doeltreffender rijstmiddel dan zuiveringszout dat in vergelijking daarmee in verbinding met vocht al bij lage temperaturen reageert en ook geen nasmaak achterliet.
Bewaren van bakpoederBakpoeder moet beschermd tegen hitte en vocht en op kamertemperatuur worden bewaard. Na verloop van de uiterste houdbaarheid is het niet meer bruikbaar omdat het bij lange opslag een deel van zijn werkzaamheid verlies. Dat is ook te testen door 1 theelepel bakpoeder met 4 eetlepels kokend water te overgieten, vers bakpoeder schuimt sterk terweijl niet meer werkzaam bakpoeder slechts enkele of helemaal geen blaasjes vormt. |