Vrijwel ronde tot langwerpige, soms in een spitse ‘neus’ uitlopende vrucht, tot 10 cm lang en voorzien van een meestal nogal dikke schil die bleek- tot diepgeel van kleur kan zijn. Het vruchtvlees is sappig en zuur, is verdeeld in een aantal segmenten die stevig aan elkaar zijn vastgegroeid. En bevat een uiteenlopend aantal pitten. De verschillende rassen worden zelden onder hun eigen naam aangeboden en zijn doorgaans moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Een citroen is te zuur om zo te eten, maar het sap voegt een frisse smaak toe aan gerechten en dranken. Daarnaast helpt citroensap verkleuring van bijvoorbeeld appels te voorkomen. De schil is bijzonder aromatisch en kan fijn geraspt worden toegevoegd aan (groente)gerechten. Het vruchtvlees versterkt de smaak van andere voedingsmiddelen en stimuleert de smaakpapillen.
Bij het aanschaffen van citroenen moet je op het volgende letten. Kies voor citroenen die stevig aanvoelen en relatief zwaar zijn voor hun grootte. Voor het persen of koken zijn citroenen met een gladde schil het meest geschikt, omdat deze meer sap bevatten. Als je de schil wilt raspen, ga dan voor een citroen met een ruwe schil.
Oorsprong
Zuidoost-Azië. Rassen: Eureka, Femminello, Hermosa, Lisbon, Primofiori, Speciale of Speciali, Verna. De cultivars Realen, Genova, Interdonato, Bearss, Lamas en Meyer worden voornamelijk verbouwd in het Middellandse-Zeegebied. Avon, Harney, Villafranca en Ponerose komen hoofdzakelijk uit de Verenigde Staten (Californië, Arizona en Florida).
In sommige samenlevingen symboliseert de citroen status en rijkdom. In het oude Rome, China, en Egypte werden citroenen als waardevolle luxeproducten beschouwd. De elite gebruikte citroenbomen om hun huizen en tuinen te versieren, als een manier om hun rijkdom aan bezoekers te tonen.
Hoewel van de citroen verscheidene rassen bestaan, zijn deze niet zo gemakkelijk uit elkaar te houden. In de handel wordt dan ook zelden enig onderscheid gemaakt, een citroen is een citroen’. Dat onderscheid wordt wel in acht genomen bij een aantal nauw aan de citroen verwante soorten als de cedraat, de limoen en enige djeroeksoorten uit Zuidoost-Azië.