Vrijwel ronde tot langwerpige, soms in een spitse ‘neus’ uitlopende vrucht, tot 10 cm lang en voorzien van een meestal nogal dikke schil die bleek- tot diepgeel van kleur kan zijn. Het vruchtvlees is sappig en zuur, is verdeeld in een aantal segmenten die stevig aan elkaar zijn vastg egroeid en bevat een uiteenlopend aantal pitten. De verschillende rassen worden zelden onder hun eigen naam aangeboden en zijn doorgaans moeilijk van elkaar te onderscheiden. Oorsprong: Zuidoost-Azië. Rassen: Eureka, Femminello, Hermosa, Lisbon, Primofiori, Speciale of Speciali, Verna. De cultivars Realen, Genova, Interdonato, Bearss, Lamas en Meyer worden voornamelijk verbouwd in het Middellandse-Zeegebied; Avon, Harney, Villafranca en Ponerose komen hoofdzakelijk uit de Verenigde Staten (Californië, Arizona en Florida).
CITROENEN Hoewel van de citroen verscheidene rassen bestaan, zijn deze niet zo gemakkelijk uit elkaar te houden. In de handel wordt dan ook zelden enig onderscheid gemaakt:‘een citroen is een citroen’. Dat onderscheid wordt wel in acht genomen bij een aantal nauw aan de citroen verwante soorten als de cedraat, de limoen en enige djeroeksoorten uit Zuidoost-Azië.
- Citroen (Hermosa)
- Citroen (Hermosa)