Lengte maximaal 6 cm, meestal 3-5 cm. Transparant, met afgetekende zwarte dwarsstrepen over de achterzijde van de abdominale segmenten en met dwarse en schuine strepen op de carapax; de lidverbindingen van de pereopoden zijn levendig blauw en geel. Het rostrum is recht, ongeveer even lang als bij de oostzeegarnaal. Van de 7-9 tanden aan de bovenzijde van het rostrum staan er 3 achter de oogholte; aan de onderzijde doorgaans 3 zelden 2 of 4 tanden. De scharen van het tweede paar pereopoden hebben relatief korte en stompe vingers, korter dan bij de overige Palaemon-soorten. Leeft in getijdenpoelen en ondiepe wateren vlak bij de kust. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van West Noorwegen, West-Zweden en Denemarken tot Zuidwest-Afrika; niet in de Oostzee ; gehele Middellandse en Zwarte Zee; geïntroduceerd in de Kaspische Zee.
Home » Artikelen » Productinformatie » Schaal en Schelpdieren » Schaal en Schelpdieren soorten » GARNAAL, ROTSPOEL- (Palaemon elegans, syn. Leander squilla).