GARNAAL, ROZE GLAS- (Pasiphaea multidentata).

Lengte maximaal 12,5 cm, meestal 5-10 cm. Doorzichtig, met rode vlekjes. De abdominale segmenten bezitten een scherpe mediane kiel. Acherzijde van het telson holrond tot v-vormig ingesneden. Basis van het tweede pereopodenpaar met 7-12 tanden. Leeft op diepten van 200 tot 2000 m, het talrijkst tussen 500 en 700 m. Voorkomen/vangst: Atlantische Oceaan, rond IJsland, van Noorwegen en Zuidwest-Ierland tot Mauritanië en van Groenland tot Massachusetts (VS); Middellandse Zee, maar niet in de Adriatische en Zwarte Zee. GARNAAL, STEBBING- (Metapenaeus stebbingi). Lengte maximaal 14 cm, meestal 8-12 cm. Kleur overwegend wit tot roomgeel, met grijze en roestkleurige vlekken; antennen en uiteinden van de uropoden bruin- tot grijspaars. Carapax en abdomen overwegend glad, niet behaard. Het rostrum is recht, lang en smal, met 7-10 tanden op de bovenzijde; de onderkant is niet getand. Brede en lage postrostrale kiel, ongeveer tot halverwege de carapax. Het telson is aan de randen met minuscule stekeltjes versierd. Leeft op slib- of zandbodems, in ondiepe kustwateren (tot 90 m, meestal slechts tot 50 m), lagunes en estuaria. Voorkomen/vangst: Van oorsprong uit de West-Pacific en Indische Oceaan en in de Middell andse Zee doorgedrongen via het Suezkanaal. Tegenwoordig voor de kusten van Egypte, Israel, Libanon, Syrië en Zuidoost-Turkije.